Ons bereikte het droeve nieuws dat onze gewaardeerde oud-collega Ben van de Venn maandag in zijn woonplaats Den Bosch is overleden. Hij is 68 jaar oud geworden.
Ben was wat men een laatbloeier noemde. Hoewel hij was opgeleid als elektricien liet hij nooit iets blijken van technische aanleg. Die had hij wel voor Nederlandse literatuur en heel bijzonder voor de Middeleeuwen. Zo ontwikkelde hij ook een bijzondere interesse voor kerkgebouwen, waaraan hij uiteindelijk ook een indrukwekkend boek (Een sieraad voor de Heer, De WalburgPers) zou wijden.
Na een aantal cultuurbijdragen werd Ben in december 1993 bij KN aangenomen als redacteur cultuur, maar begaf zich al snel bij gebrek aan menskracht ook op andere terreinen. Vooral de rubriek buitenland had zijn warme belangstelling. Met regelmaat beklaagde hij zich dat er zo weinig (of eigenlijk geen) budget was voor buitenlandse reizen.
Een enkele keer lukte dat toch, mede door sponsoring, onder meer tijdens het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Israël in maart 2000. Ben genoot er met volle teugen van pausreizen te volgen en te verslaan. Hij zoog zich vol met alle informatie die er te vinden was. Maar dan begonnen de problemen. Hoe kreeg hij die informatie verwerkt in de naar zijn overtuiging veel te beperkte ruimte?
Het waren telkens worstelingen die bij eind- en hoofdredactie iedere keer opnieuw tot de nodige nervositeit leidden. Bij Ben zelf was daar minder van te merken. Zijn daardoor wat trage manier van werken compenseerde hij door ’s avonds uren door te zwoegen. Daarbij werd hij extra geplaagd door Ben de Neerlandicus die de ernst van de boodschap het liefst zo plechtstatig mogelijk wilde weergeven terwijl de eindredactie pakkende koppen en soepele teksten verlangde. Dat gaf geregeld spanningen, maar Ben behield zijn goedmoedigheid en zijn grote gevoel voor humor.
Je moest hem nemen zoals hij was, zoals zijn bijna legendarische verstrooidheid. Meer dan eens had hij daardoor een ongelukje met de fiets en kwam hij tot onze grote schrik gebutst en bemodderd aan op de krant. Ook was hij voortdurend van alles kwijt, waaronder interviewopnamen of -aantekeningen. Hij probeerde er stoïcijns onder te blijven, maar af en toe liet hij goed merken dat het toch zeer aan hem knaagde.
Dat gold ook voor zijn gezondheid. Hij wilde zoveel meer dan zijn hart hem nog toestond en prostaatkanker, die hij naar eigen zeggen maar net overleefde, ging hem niet in de koude kleren zitten. Het viel hem zwaar dat zijn huwelijk met Cris niet met kinderen werd gezegend. Maar ondanks al die tegenslagen en beproevingen bleef zijn geloof rotsvast overeind, óók toen hij medio 2015 met tegenzin met pensioen ging.
In maart dit jaar werd hij in het ziekenhuis opgenomen nadat hij een derde longontsteking op rij had opgelopen. De toestand was zo ernstig dat de artsen hem hadden opgegeven en het een kwestie van uren leek. Maar tot ieders verbazing knapte hij ineens op. Hij heeft nog geruime tijd in het ziekenhuis gelegen omdat er geen plek was in een verpleeginrichting. Daarna mocht hij naar huis waar hij zich met extra hulp en de lieve zorg van Cris toch monter in zijn lot schikte.
Onlangs werd hij weer in het ziekenhuis opgenomen, waar hij maandagmorgen overleed. In plaats van het octaaf van Pasen werd het toch nog de advent.