SGP, CDA, CU en BBB willen dat ondersteuning voor het gezin opgenomen wordt in de Grondwet. De partijen vinden dat de samenleving lijdt onder het gebrek aan overheidsaandacht voor gezinnen – een mening die ook onder ouders heerst.

De vier partijen willen een artikel toevoegen aan de Grondwet, waarin staat dat “ieder recht heeft op eerbiediging van zijn gezinsleven”. Dat houdt in dat gezinnen op economisch, sociaal en cultureel vlak beschermd moeten worden.

Ook willen de partijen dat de regering ieder jaar verslag uitbrengt aan de Staten-Generaal over “de staat van het gezin” en dat iedereen het recht heeft zijn of haar biologische ouders te kennen.

‘Altijd spitsuur’

“De maatregelen van de overheid kunnen grote invloed hebben op het gezinsleven. Daarom is grondwettelijke bescherming echt heel hard nodig”, vindt Chris Stoffer van de SGP, de partij die aanvankelijk het initiatief nam voor dit voorstel. “Te vaak hebben economische belangen voorrang op pedagogische.”

“Voor gezinnen is het altijd spitsuur”, vindt CDA’er Hilde Palland. “Door het gezin in de grondwet te zetten, moet de overheid het gezin centraal zetten in het beleid. Met sterke gezinnen wordt ook de samenleving sterker.”

‘D66-proof’

Het wijzigingsvoorstel blijft vaag over wat een gezin precies is en uit welke personen dat bestaat. Dat is bewust gedaan, legt Stoffer uit aan de NOS. Zijn partij is van mening dat een gezin alleen uit een vader en een moeder kan bestaan, terwijl veel andere partijen ruimte zien voor andere samenstellingen.

Om het voorstel een grotere kans van slagen te geven, meldt de tekst daarom niet wat wel en geen gezin is. “Iedereen kan zich er in herkennen, het is D66-proof”, legt Stoffer uit aan de NOS.

De procedure voor een grondwetswijziging is uitgebreider dan voor een ‘gewoon’ wetsvoorstel. Zo moet het voorstel twee keer door de Tweede en de Eerste Kamer behandeld worden. Tussen die behandelrondes moeten verkiezingen zitten, zodat burgers zich over de wijziging kunnen uitspreken.

Aandacht

Aandacht voor het gezin lijkt deze verkiezingen sowieso prominent naar voren te komen in de partijprogramma’s. Zo pleit het CDA voor een verlofregeling voor grootouders die nog niet met pensioen zijn, maar wel bijspringen in de zorg voor hun kleinkinderen. BBB wil de gezinshulp van vroeger weer van stal halen.

De ChristenUnie stelt een minister voor Gezinsbeleid voor en de SGP vindt dat er een einde moet komen aan de benadeling van eenverdienersgezinnen. Beide partijen willen ook dat er beter wordt gekeken naar wat overheidsbeleid voor effecten heeft op gezinnen.

‘Ouders staan alleen’

Volgens de jaarlijkse Staat van het Gezin van de stichting Voor Werkende Ouders blijkt dat ouders zelf ook vinden dat de overheid meer aandacht moet hebben voor gezinszaken. Slechts 30 procent van de ouders geeft volgens de peiling aan dat Nederland genoeg voorzieningen voor gezinnen heeft; in 2022 was dat percentage nog 48 procent.

Ook vindt ruim vier op de vijf ouders dat de politiek te weinig aandacht voor gezinnen heeft. “De samenleving ziet het belang van gezonde gezinnen niet scherp en de politiek laat ouders bungelen met een groot gebrek aan voorzieningen”, zegt directeur Marjet Winsemius over de resultaten. “Ouders staan er alleen voor en moeten het zelf maar zien te rooien.”