Het priesterschap blijft gesloten voor mannen die “homoseksualiteit praktiseren, diepgewortelde homoseksuele tendenzen hebben of de zogeheten ‘homocultuur’ steunen”.
Het document met de titel ‘Het geschenk van de priesterroeping’ van de Congregatie voor de Clerus citeert het destijds zwaar omstreden ‘homodocument’ uit 2005: “Als een kandidaat homoseksualiteit praktiseert of diepgewortelde homoseksuele neigingen heeft, heeft zowel de spirituaal als de biechtvader de plicht te trachten hem van de wijding af te houden.”
De instructie werd destijds door vele bisschoppenconferenties eenzijdig geïnterpreteerd alsof het er in de kern alleen om zou gaan dat een kandidaat in staat moet zijn het celibaat te leven.
Het nieuwe document, dat goedgekeurd is door paus Franciscus, bevat nieuwe fundamentele richtlijnen voor de priestervorming wereldwijd. De laatste richtlijnen zijn uit 1970 met aanpassingen in 1985.
De ‘Ratio Fundamentalis Institutionis Sacerdotalis’ vormen het uitgangspunt voor alle priesteropleidingen in de wereld met uitzondering van die van de oosterse Kerken, waarvoor een aangepaste versie zal volgen. Bisschoppenconferenties dienen binnen de kaders ervan nationale richtlijnen op te stellen.
De nieuwe richtlijnen benadrukken de noodzaak van een grondige intellectuele vorming van seminaristen naast een sterke spirituele vorming. Ook onderstrepen zij het belang ervan kandidaten te trainen zichzelf volledig aan Christus en de Kerk toe te wijden. “De priesterwijding vereist van degene die haar ontvangt een volledige zelfgave in dienst van het volk van God als een beeld van de bruidegom Christus.”
In de bepalingen dat priesters moeten leren zich te wapenen tegen clericalisme en de bekoring populair te willen zijn is duidelijk de vaker geuite zorg van paus Franciscus hoorbaar. Ook in de waarschuwing dat priesterkandidaten de Kerk niet als een “louter menselijke instelling” mogen beschouwen.
In een door de congregatie gepubliceerd interview met haar hoofd, kardinaal Benjamin Stella, wijst deze op de nadruk die het document legt op het karakter van de priesterkandidaten. “Men kan geen priester zijn zonder geestelijk of emotioneel evenwicht of zonder affectieve volwassenheid”, aldus de prefect.
“Iedere onopgelost tekort of probleem op dit gebied loopt het risico zeer schadelijk te kunnen worden, zowel voor de betrokkene als voor het volk van God.”
Stella lijkt daarmee te verwijzen naar de omvangrijke misbruikschandalen die de katholieke Kerk de afgelopen twee decennia herhaaldelijk ernstig in diskrediet hebben gebracht.
De omstreden instructie van 2005 beargumenteerde het nee tegen homoseksuelen met het argument dat “zulke mensen namelijk in een situatie verkeren die het hen heel moeilijk maakt juiste betrekkingen met mannen en vrouwen op te bouwen.”
“De negatieve gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het wijden van personen met diepgewortelde homoseksuele neigingen zijn niet te overzien”, waarschuwde het document. Uit de onderzoeken naar seksueel misbruik is inmiddels gebleken dat jongens en mannelijke adolescenten significant vaker het slachtoffer zijn van seksueel misbruik door geestelijken dan meisjes en vrouwen. (KN)