Op 21 februari 2020 heeft paus Franciscus een reeks decreten uitgevaardigd, waarmee de weg naar zalig- en heiligverklaring van een tiental personen wordt geëffend. Het betreft mannen en vrouwen, geestelijken en leken uit alle delen van de wereld. Wie zijn deze nieuwe (kandidaat-)heiligen?
De zalige Neelakanda Pillai (1712-1752) was een getrouwde hindoe uit de hoge kaste. Hij diende aan het hof van de koning van Travancore, in het zuiden van het huidige India. In 1745 bekeerde hij zich tot het katholicisme, en nam bij zijn doop de naam ‘Lazarus’ – of ‘Devasahayam’ in de plaatselijke taal – aan, wat betekent ‘God is mijn hulp’.
Zijn bekering werd niet geaccepteerd door de hindoeïstische machthebbers. Valse beschuldigingen van verraad en spionage werden tegen hem geuit en hij werd uit zijn functie in de koninklijke regering gezet. Hij werd opgesloten en onderworpen aan harde vervolging. Hij was slechts zeven jaar katholiek toen hij op 14 januari 1752 werd doodgeschoten.
In India wordt Devasahayam op verschillende plekken vereerd. Zijn tombe in de St. Franciscus Xavierius-kathedraal in Nagercoil trekt grote aantallen gelovigen.
In 2012 werd hij door paus Benedictus XVI zalig verklaard. Paus Franciscus erkende nu een wonder op zijn voorspraak, waarmee de weg naar heiligverklaring vrij is.
De zalige Anna Maria Rubatto (1844-1904) werd geboren in Italië. In 1885 trad zij in het klooster in en nam de naam zuster Maria Francesca di Gesù aan. Zij stichtte de zusterorde van tertiare kapucijnen van Loano, tegenwoordig bekend als ‘Kapucijnenzusters van Moeder Rubatto’.
Haar werkgebied verplaatste zich naar Zuid-Amerika, met name naar Uruguay en Argentinië, waar zij zich inzette voor de armen. Zij stierf in 1904 aan kanker in Montevideo, Uruguay. Toen zij in 1993 door paus Johannes Paulus II zalig werd verklaard, werd zij ‘de eerste zalige van Uruguay’ genoemd.
De erkenning van een tweede wonder op haar voorspraak effent ook voor haar de weg naar heiligverklaring. Wanneer Moeder Rubatto en Devasahayam precies heilig verklaard worden, wordt later bekendgemaakt.
Jezuïet Rutilio Grande (1928-1977) werd geboren op het platteland van El Salvador, maar genoot zijn opleiding grotendeels in Europa – hoofdzakelijk in Spanje en België. Teruggekeerd in zijn thuisland, begon hij zich onvermoeibaar in te zetten voor de armen en gemarginaliseerden.
Het werd hem niet in dank afgenomen: op 12 maart 1977 werd hij door een doodseskader onder vuur genomen terwijl hij in een jeep zat met twee parochianen, een oudere man genaamd Manuel Solorzano en tiener Nelson Rutilio Lemus. Allerdrie vonden ze de dood.
Pater Grande was een goede vriend en inspiratiebron van Oscar Romero, die drie jaar later vermoord werd en in 2018 werd heiligverklaard.
Doordat Grande en zijn twee metgezellen nu officieel tot ‘martelaar’ zijn verklaard, is er geen erkend wonder meer nodig voor een zaligverklaring. Paus Franciscus heeft zich overigens eerder laten ontvallen dat wat hem betreft de heilige Romero het eerste wonder van pater Grande is.
De jongste nieuwe zalige is Carlo Acutis (1991-2006). Hij werd in Londen geboren uit Italiaanse ouders, die kort na zijn geboorte terugkeerden naar Milaan. De jongen was een bijzonder godsdienstig kind, ging dagelijks naar de Mis en bad de rozenkrans. Daarnaast zette hij zich in voor daklozen en werkte als vrijwilliger in een soepkeuken.
Hij was verder buitengewoon begaafd met computers, en bouwde een internationale database van eucharistische wonderen. Hij overleed op 15-jarige leeftijd aan leukemie.
Een wonderbaarlijke genezing op zijn voorspraak van een Braziliaans kind met een hersentumor is nu officieel erkend, waardoor hij zalig verklaard kan worden.
Tot slot erkende paus Franciscus nog de ‘heroïsche deugdzaamheid’ van vier personen, waardoor zij kunnen worden aangemerkt als ‘eerbiedwaardige dienaar Gods’, de stap die voorafgaat aan een eventuele zaligverklaring. Het betreft:
(Bronnen: Vaticannews.va/CNS/CNA)