De overgang naar een nieuwe regering draait in Duitsland op dit moment vooral om de coronacrisis. Maar het vorige week gepresenteerde akkoord tussen de sociaaldemocratische SPD, de Groenen en de liberale FDP bevat plannen die waarschijnlijk tot conflicten met de katholieke Kerk gaan leiden.
Experts en lobbygroepen bestuderen details van het akkoord en dat bevestigt wat al enige tijd werd voorspeld: dat een links-liberale coalitie zich duidelijk zou afwenden van de positie van de Kerk. Dit in het bijzonder op kernpunten als gezinsbeleid en de bescherming van het leven.
In het regeerakkoord uit 2018 tussen CDU en SPD werden Kerken en religieuze gemeenschappen een “belangrijk onderdeel van onze burgerlijke samenleving en partner van de staat” genoemd. Ook waren ze “belangrijke pijlers in het onderwijs- en sociale systeem”. Aan de “basis” van Duitsland ligt volgens dat akkoord een “christelijk karakter” en Kerken geven “identiteit en waarden” door.
In het nieuwe akkoord staat slechts: “Kerken en religieuze gemeenschappen zijn een belangrijk deel van onze gemeenschap en leveren een waardevolle bijdrage aan het samenleven en aan het doorgeven van waarden in de samenleving. We waarderen en respecteren hun werk.”
Als aanwijzing dat de nieuwe coalitie de Kerk minder maatschappelijk belang toedicht dan de oude, mag gelden dat godsdienstvrijheid niet langer apart genoemd wordt onder het thema mensenrechten. De nieuwe regering heeft ook geen plannen om een commissaris voor godsdienstvrijheid aan te stellen.
De coalitie wil ook eind maken aan de betalingen die deelstaten aan de Kerken doen als compensatie voor de onteigening van kerkelijke eigendommen, meer dan tweehonderd jaar geleden. Deze betalingen – niet te verwarren met de Kirchensteuer, de kerkbelasting – bedragen in totaal jaarlijks zo’n 500 miljoen euro.
Bovendien wil de inkomende regering het speciale arbeidsrecht voor de Kerken veranderen. Dat voorziet tot nu toe in de mogelijkheid om werknemers die niet leven in lijn met de leer van hun Kerk, te ontslaan – bijvoorbeeld als zij een partnerschap met iemand van hetzelfde geslacht zijn aangegaan.
Ook willen de drie partijen de wetten rond huwelijk, gezin en genderidentiteit aanpassen. Ze willen een “verantwoordelijkheidspartnerschap” introduceren als officieel alternatief voor het huwelijk, “queer leven” en diversiteit bevorderen in het recht, het onderwijs en op de werkvloer, net als een recht op het zelf mogen bepalen van de seksuele identiteit.
Op het vlak van voortplanting wachten de introductie van de ‘co-moeder’ voor lesbische stellen en de legalisering van eiceldonatie en draagmoederschap. Bovendien wil men het tot nog toe geldende verbod op advertenties voor abortus opheffen.
Op al deze vlakken heeft de katholieke Kerk een duidelijk andere kijk op wat het algemeen welzijn en mensenrechten inhouden.