Er is druk gespeculeerd over de toekomst van aartsbisschop Georg Gänswein. Vooralsnog is echter maar één ding duidelijk: dat de toekomst van de naar Duitsland terugkerende voormalig privésecretaris van Benedictus XVI onduidelijk is.
Het meestal oerdegelijke Duitse persbureau KNA maakte er zowaar een grapje over. Een analyse over de situatie van Georg Gänswein (67) opende met de ironische constatering dat de meestal toch niet zo mediaschuwe aartsbisschop onlangs een onbekende kant liet zien: hij hield ineens de kaken stijf op elkaar tegenover journalisten.
Dat plotse zwijgen was begin deze maand. Het volgde op een periode van berichten over waar het nu naartoe moet met de privésecretaris van de eind 2022 overleden paus Benedictus XVI. Aan speculaties geen gebrek, zeker in zijn vaderland Duitsland niet. Gänswein werd onder meer een diplomatieke benoeming als pauselijk nuntius in Latijns-Amerika toegeschreven. En zijn het bisdom Osnabrück en het aartsbisdom Paderborn niet vacant?
“Als het ‘dossier Gänswein’ in het Freiburgse voor hoofdbrekens zorgt, dan houdt men dat naar buiten toe goed verborgen”
Hoe dan ook zijn alle speculaties voorlopig ook niet meer dan dat. Het Vaticaan bevestigde vorige week donderdag immers wat Die Welt begin deze maand al meldde: Georg Gänswein keert per 1 juli op last van de paus “voorlopig terug naar zijn thuisbisdom”, het aartsbisdom Freiburg. Voor dat bisdom werd hij in 1984 priester gewijd en formeel is hij altijd deel blijven uitmaken van de geestelijkheid ervan, ook tijdens zijn lange jaren in Rome.
Dat roept wel wat vragen op. Gänswein pakt zijn koffers in de wetenschap dat hij nog geen formele nieuwe benoeming heeft. Als lid van de geestelijkheid van Freiburg is hij in beginsel gehoorzaamheid verschuldigd aan aartsbisschop Stephan Burger. Die zou hem in dat geval eender welke taak kunnen geven, maar of Burger dat zomaar zal doen, is de vraag. Gänswein is immers geen willekeurige priester, maar een mede-aartsbisschop, en dan nog een bekende ook.
Dat laatste is niet onbelangrijk. Bij de oosterburen woedt immers nog het debat over zin en onzin van de Synodale Weg, het omstreden hervormingsproces in de Duitse Kerk. Van Gänswein is bekend waar hij in dat debat staat: aan de kant van de kant van de critici die vinden dat er nodig op de synodale rem getrapt moet worden. De kans dat hij daarover zal zwijgen, lijkt niet al te groot (wat van een benoeming in een van de vacante bisdommen trouwens een stevig Vaticaans statement zou maken).
Daarbij zijn de meeste geestelijken in Freiburg volgens KNA een stuk liberaler in hun opvattingen dan Gänswein, wat in het geval van een pastorale benoeming gemakkelijk tot onenigheid zou kunnen leiden. En Burger zal vermoedelijk willen voorkomen dat er met een post voor Gänswein een soort ‘schaduwbisschop’ voor ontevreden gelovigen uit zijn bisdom komt. Hoe gemakkelijk dat gaat, blijkt uit het voorbeeld van Benedictus XVI: die wilde nadrukkelijk geen ‘schaduwpaus’ zijn, maar werd door sommigen alsnog in die rol geplaatst.
Als het ‘dossier Gänswein’ in het Freiburgse voor hoofdbrekens zorgt, dan houdt men dat naar buiten toe intussen goed verborgen. Op de nieuwspagina van de website van het aartsbisdom verscheen in heel 2023 nog geen enkel bericht over de verloren zoon uit Rome; en de zoekterm ‘Gänswein’ levert op de hele website welgeteld één verder niet relevante treffer op. Wel is er volgens KNA “waarschijnlijk al” overleg tussen de twee aartsbisschoppen over de situatie: “De uitkomst is nog niet bekend.”
Bij dit alles zou het trouwens goed kunnen dat de oplossing gewoon uit Rome komt. Gänswein is namelijk zeker niet de eerste pauselijke privésecretaris die na de dood van ‘zijn’ paus naar huis terugkeert. Niet zelden volgt er daarna een benoemingsbrief vanuit het Vaticaan. Denk nog maar even terug aan Stanisław Dziwisz. Hij keerde na het overlijden van paus Johannes Paulus II naar Polen terug. Vrij snel daarna, in juni 2005, werd hij benoemd tot nieuwe aartsbisschop van Krakau.
Het blijft dus nog even puzzelen met Freiburgs verloren zoon – wellicht wordt deze zomer nog duidelijk of men erin geslaagd is de stukjes definitief te leggen.