<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

Waarom lijkt God soms niet naar ons te luisteren?

KN Redactie 28 mei 2021
image
Paus Franciscus ontmoet tijdens de audiëntie een groep priesters. Foto: CNS Photo - Paul Haring

Tijdens de algemene audiëntie van 26 mei sprak paus Franciscus over de momenten waarop het lijkt alsof God onze gebeden niet hoort.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Er is zoiets als radicaal verzet tegen het gebed en dat komt voort uit de gedachte die we allemaal wel eens hebben: we bidden, we vragen, en toch lijken onze gebeden soms niet gehoord te worden. Datgene waarom wij hebben gevraagd – voor onszelf of de ander – wordt niet beantwoord. Wij hebben die ervaring heel vaak.

Waarom is er nog oorlog?

Als de reden waarom we hebben gebeden dan ook nog een edelmoedige was (zoals bijvoorbeeld het gebed voor de gezondheid van een zieke of voor het stoppen van een oorlog), lijkt het ons een schande dat ons gebed niet wordt verhoord.

De oorlogen bijvoorbeeld: wij bidden opdat de oorlogen mogen stoppen. Al die oorlogen op zo veel plekken op aarde. Denk maar aan Jemen, aan Syrië, landen die al jarenlang in oorlog zijn. Al jaren! Landen die gebukt gaan onder oorlog. We bidden en toch eindigen ze niet. Maar hoe kan dat?

Stoppen met bidden

“Sommige mensen houden zelfs op met bidden, omdat hun verzoek, naar zij denken, niet verhoord wordt (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 2734). Maar als God onze Vader is, waarom luistert hij dan niet naar ons? Hij heeft ons toch verzekerd dat Hij goede dingen geeft aan de kinderen die erom vragen (vgl. Mt. 7,10)? Waarom antwoordt Hij dan niet op onze verzoeken?

https://www.kn.nl/abonnementen/

Wij hebben daar allemaal ervaring mee. We hebben gebeden en gebeden, voor de ziekte van die ene vriend, van een vader, van een moeder. En vervolgens zijn ze overleden en God heeft ons niet verhoord. Die ervaring hebben wij allemaal.

Alleen maar geklaag

De Catechismus biedt ons een goede uiteenzetting van deze kwestie en waarschuwt ons voor het risico dat we geen authentieke geloofservaring beleven, maar onze relatie met God veranderen in iets magisch. Het gebed is geen toverstaf, maar een dialoog met de Heer.

Als we bidden kunnen we namelijk het gevaar lopen te denken dat wij niet God dienen, maar dat Hij ons dient (vlg. nr. 2735). En dan krijg je dus een gebed waarin altijd maar wordt geklaagd en dat als doel heeft de gebeurtenissen te laten verlopen volgens ons eigen plan. Gebed dat bedoeld is om onze wensen te laten verhoren en niet openstaat voor andere plannen.

Aan Hem overlaten

Jezus was heel wijs toen Hij ons het Onzevader aanleerde. Zoals we weten is het een gebed dat enkel bestaat uit vragen, maar de eerste vragen zijn allemaal gericht op God. Daarin wordt gevraagd om niet onze plannen te realiseren, maar dat zijn wil voor de wereld mag geschieden. We kunnen het beter aan Hem overlaten: “Uw Naam worde geheiligd; Uw Rijk kome, Uw wil geschiede” (Mt. 6,9-10).

De apostel Paulus herinnert ons eraan dat wij niet eens weten wat passend is om te vragen (vgl. Rom. 8,26). Wij vragen om dingen die te maken hebben met onze noden, onze behoeften, de dingen die wij willen, maar is dat passend of niet? Paulus zegt ons: wij weten niet wat passend is om te vragen.

“In het gebed moet God ons bekeren en niet wij God”

Wanneer we bidden, moeten we nederig zijn: dat is de eerste houding die we moeten hebben als we gaan bidden. Zo is het op veel plekken de gewoonte dat vrouwen een hoofddoek opdoen of dat men een kruisteken maakt met wijwater alvorens te gaan bidden in de kerk. Zo moeten we ook zeggen, voorafgaand aan het gebed: dat God mij mag geven wat goed en passend voor mij is. Hij weet dat.

Als we bidden, moeten we nederig zijn, zodat onze woorden echt een gebed zijn en geen nonsens die God afwijst. Je kunt ook om de verkeerde redenen bidden: bijvoorbeeld om je vijand te verslaan in een oorlog, zonder God te vragen wat Hij van die oorlog vindt.

Zijn wij ook met God?

Het is gemakkelijk om op een spandoek te schrijven ‘God is met ons’; veel mensen willen zich er maar al te graag van verzekeren dat God met hen is, maar weinig mensen houden zich bezig met de vraag of zij ook daadwerkelijk met God zijn.

In het gebed moet God ons bekeren; wij zijn het niet die God moeten bekeren. Dat is de nederigheid. Ik ga bidden, maar U Heer, bekeer mijn hart, zodat ik vraag wat passend is en het beste voor mijn geestelijke gezondheid.

https://www.kn.nl/abonnementen/

Kijk naar het Evangelie

Hoe dan ook: als mensen bidden met een oprecht hart, als ze om dingen vragen die overeenstemmen met het Rijk Gods, als een moeder bidt voor haar zieke kind, waarom lijkt het dan soms alsof God niet luistert?

Om die vraag te beantwoorden, moeten we in alle rust de evangelieverhalen overwegen. De verhalen over Jezus’ leven zitten vol gebeden: talloze mensen die fysiek en geestelijk verwond zijn vragen Hem om genezing; er zijn mensen die bidden voor een vriend die niet meer kan lopen; er zijn ouders die hun zieke kinderen bij Hem brengen… het zijn allemaal gebeden die overlopen van lijden. Het is een immens koor dat smeekt: “Heb medelijden met ons!”

Soms volgt een antwoord niet direct

We zien soms dat Jezus onmiddellijk antwoordt, maar in sommige gevallen wordt een antwoord een tijdje uitgesteld. Het lijkt dan alsof God niet antwoordt. Denk maar aan de vrouw uit Kana die bij Jezus komt voor haar dochter: deze vrouw moet lang blijven volharden om verhoord te worden (vgl. Mt. 15,21-28).

Ze is zelfs zo nederig om naar de wat beledigende woorden van Jezus te luisteren: we moeten het brood niet aan de honden geven. Maar deze vrouw geeft niks om die vernedering, ze geeft alleen om de gezondheid van haar dochter. En dus gaat ze verder: “Maar de honden eten ook wat er van de tafel afvalt”, en dat bevalt Jezus. De moed als we bidden.

Gods tijd is niet onze tijd

Of denk aan de lamme die door zijn vier vrienden werd gedragen: eerst vergeeft Jezus hem zijn zonden en pas in tweede instantie geneest Hij ook zijn lichaam (vgl. Mc. 2,1-12). In sommige gevallen dient de oplossing voor het probleem zich dus niet meteen aan. Ook ieder van ons heeft die ervaring in ons eigen leven.

Laten we een beetje in onze herinnering graven: hoe vaak hebben wij om genade, een wonder om zo te zeggen, gevraagd en gebeurde er niets? En hoe vaak losten de dingen zich mettertijd op, maar volgens Gods plan, het goddelijke plan, en niet op de manier die wij op dat moment wilden? Gods tijd is niet onze tijd.

“Wees niet bang, maar blijf geloven”

In die zin moeten wij vooral aandachtig kijken naar de genezing van de dochter van Jaïrus (vgl. Mc. 5,21-33). Een vader komt buiten adem aanrennen: zijn dochter is ziek en om die reden vraagt hij Jezus om hulp. De Meester gaat daar meteen op in, maar als ze naar Jaïrus’ huis lopen doet zich een andere genezing voor en dan bereikt hun het bericht dat het meisje is overleden.

Dit lijkt het einde van het verhaal, maar Jezus zegt tegen de vader: “Wees niet bang, maar blijf geloven” (Mc. 5,36). Blijf geloven, want het geloof ondersteunt het gebed. En inderdaad wekt Jezus het meisje op uit de slaap van de dood. Maar een tijdlang moest Jaïrus in het duister wandelen, met enkel het vlammetje van het geloof.

Stille Zaterdag is niet het laatste hoofdstuk

Heer, geef mij geloof! Dat mijn geloof mag groeien! Vraag om die genade, om het geloof te bezitten. Jezus zegt in het Evangelie dat het geloof bergen kan verzetten. Maar dan moet je echt geloof hebben. Jezus geeft zich gewonnen bij het zien van het geloof van de armen, van zijn mensen. Hij voelt een bijzondere tederheid voor dat soort geloof. En Hij luistert.

Ook het gebed dat Jezus tot zijn Vader bidt in Getsemane lijkt niet gehoord te worden: “Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbij gaan.” Het lijkt alsof de Vader het niet heeft gehoord. De Zoon moet de beker van zijn passie helemaal leegdrinken. Maar Stille Zaterdag is niet het laatste hoofdstuk, want op de derde dag, zondag, is er de verrijzenis.

Het kwaad heerst niet over de laatste dag

Het kwaad heerst over de voorlaatste dag, denk daar goed aan. Maar het kwaad heerst nooit over de laatste dag. Nee, enkel over de voorlaatste dag, op het moment waarop de nacht het donkerst is, net voor zonsopgang. Daar, op die voorlaatste dag, is er de verleiding van het kwaad dat ons doet denken dat het kwaad overwonnen heeft: “Heb je dat gezien? Ik heb gewonnen!”

Het kwaad heerst over de voorlaatste dag, maar op de laatste dag is er de verrijzenis. En het kwaad heerst nooit over de laatste dag, want God is de Heer van de laatste dag. Want die dag behoort alleen God toe. Het is de dag waarop alle menselijke verzuchtingen naar verlossing verhoord worden.

Wachten op Gods genade

Laten we ons het nederige geduld eigen maken om te wachten op Gods genade, op de laatste dag. Heel vaak is de voorlaatste dag vreselijk, want het menselijk lijden is vreselijk. Maar de Heer is er en op de laatste dag lost Hij alles op. (Vertaling Susanne Kurstjens)

https://www.kn.nl/abonnementen/

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.