Je mag jezelf altijd een vriend van Jezus noemen, zo luidde de boodschap op de tweede catecheseochtend van het Nederlandse programma. De catechesemomenten zijn synodaler opgezet dan voorheen om de afstand tussen bisschoppen en jongeren te verkleinen.
Rise Up, zo heet het catecheseprogramma dat de Nederlandse deelnemers van de Wereldjongerendagen volgen. Drie ochtenden achter elkaar krijgen de jongeren een programma voorgeschoteld dat ingaat op een van de drie onderwerpen die paus Franciscus heeft uitgekozen voor deze WJD.
Na de ochtend over integrale ecologie op woensdag werd vandaag sociale vriendschap behandeld. Morgen passeert barmhartigheid de revue. Iedere ochtend begint met een lezing uit het Evangelie en wordt afgesloten met een Mis.
De ochtend over sociale vriendschap wordt verzorgd door Hans van den Hende, de bisschop van Rotterdam. Hij legt de jongeren uit hoe verschillende pausen in hun geschriften het thema vriendschap uitleggen. Paus Franciscus schreef in zijn encycliek Fratelli Tutti (‘allen broeders’) bijvoorbeeld over “de wereld als het gemeenschappelijk huis dat aan ons gegeven is”, zo vat de bisschop samen.
“Daarom zijn dialoog en elkaar ontmoeten belangrijk”, vervolgt bisschop Van den Hende. “Dat moeten we vanuit onze vriendschap met Christus doen; we moeten getuigen van zijn liefde en vriendschap voor en met ons.”
De jongeren krijgen enkele vragen voorgeschoteld waar ze in kleine groepjes mee aan de slag kunnen. Zo wordt ze gevraagd om na te denken over de rol van gebed bij hun vriendschap met Christus en over wat het voor hen persoonlijk betekent om bevriend met Jezus te zijn. In deelgroepen verspreiden de deelnemers zich over het terrein van de parochiekerk die deze week hun thuisbasis is, om samen over de vragen na te denken.
De catecheseochtenden op deze editie van de WJD zijn anders vormgegeven dan voorheen. Dat heeft te maken met de synode over synodaliteit, het kerkelijke hervormingsproces waarbij een ‘luisterende Kerk’ een grote rol speelt. In die geest hoeven de jongeren niet alleen maar passief te luisteren, maar kunnen zij ook actief bijdragen.
Bisschop Hans van den Hende vertelt waarom catechese op de WJD belangrijk is. Ook legt hij uit dat de catecheseochtenden tijdens deze editie synodaler zijn dan voorheen:
Wanneer de deelgroepen weer binnen zijn en iedereen een plaatsje heeft gevonden, begint een panelgesprek waarbij bisschop Van den Hende met een aantal jongeren over de vragen in gesprek gaat. Dat verloopt in het begin tamelijk chaotisch; er wordt in de parochiezaal voortdurend geklapt, gejuicht en gepraat.
Daar wordt al gauw een oplossing voor gevonden: jongeren die bijval willen uiten, kunnen dat doen door het gebaar voor applaus in de Nederlandse gebarentaal te maken. Tijdens het panelgesprek gaan er dan ook regelmatig schuddende handen de lucht in.
Wat het jongerenpanel te vertellen heeft, blijkt goed te landen bij hun leeftijdsgenoten. “Het dagelijkse leven is heel druk”, zegt een van hen. “Ik heb een paar collega’s die moslim zijn; de discipline die zij voor hun gebedsleven hebben, is indrukwekkend. Dat heeft mij geïnspireerd om in de Veertigdagentijd het getijdengebed op te pakken.”
Een andere jongere deelt hoe het gebed voor haar “altijd een rocky road is geweest”, zegt ze. “Soms voelt bidden individueel, maar je bent juist met heel veel mensen verbonden. Zeker als je het getijdengebed bidt, ben je met de hele wereld verbonden. Dat voelt heel bijzonder.”
“De vriendschap met Christus blijf je je hele leven ontdekken”, deelt een ander meisje. “Het is een geruststelling dat de liefde van God volmaakt is: je mag altijd terugvallen op Christus.”
“De vriendschap van Jezus, die krijg je”, drukt bisschop Van den Hende de Nederlandse jongeren op het hart. “Daar hoef je niet voor te studeren of aandacht voor te trekken. Als je een vriend van de Heer bent, mag je zeggen: Hij heeft mij gezien en ik mag Hem volgen.”