Het Duitse parlement heeft donderdag twee wetsontwerpen weggestemd die bedoeld waren om hulp bij zelfdoding te reguleren. Een overweldigende meerderheid van de leden van de Bondsdag steunde maatregelen om de preventie te versterken.
Zelfmoord is in principe niet verboden in Duitsland, evenmin als hulp bij zelfdoding. De wetsontwerpen van parlementsleden van de liberalen en de groenen wilden echter preciezer definiëren wie onder welke omstandigheden een dodelijk geneesmiddel mag krijgen voorgeschreven en kwetsbare groepen beschermen tegen misbruik van het systeem.
De Bondsdag verwierp eerst een ontwerp dat georganiseerde hulp bij zelfdoding in principe opnieuw strafbaar zou hebben gesteld, maar dat in bepaalde omstandigheden uitzonderingen zou hebben toegestaan. Het concurrerende wetsontwerp dat werd ingediend door de andere groep parlementsleden was gericht op het wettelijk vastleggen van het recht op een zelfgekozen dood en op het bieden van hulp aan mensen die hun leven wilden beëindigen. Dit werd met een duidelijke meerderheid verworpen.
In een gezamenlijke motie die door beide fracties is aangenomen om zelfmoordpreventie te versterken, wordt erop gewezen dat in 2021 in totaal 9.215 Duitsers zichzelf van het leven hebben beroofd. Het roept de regering op om binnen een jaar een ontwerpwet en een strategie voor zelfmoordpreventie te presenteren.
In de motie wordt ook geëist dat mensen met suïcidale gedachten en hun naasten 24 uur per dag in contact moeten kunnen komen met getrainde hulpverleners, zowel online als via één landelijk telefoonnummer. Verder moet het onderzoek worden uitgebreid.
De verworpen wetsvoorstellen bepleitten dat er een fundamenteel recht bestaat op een zelfgekozen dood – ongeacht leeftijd, ziekte of individuele reden. Hiervoor zou de persoon die wil sterven ook altijd de hulp van derden moeten kunnen inroepen, vinden de partijen die het voorstel indienden.
In de aanloop naar het parlementsdebat was er al stevige kritiek op gekomen uit de medische wereld, belangengroepen en kerken. Diverse katholieke kopstukken spraken zich uit tegen verdere liberalisering van de wetgeving en riepen op tot betere preventie.
De Berlijnse aartsbisschop Heiner Koch verduidelijkte in een gastcommentaar in de lokale krant B.Z. eerder deze week het kerkelijke standpunt: “We veroordelen geen mensen die hun leed niet langer kunnen verdragen of die zich vanwege hun lijden niet langer aan anderen willen opdringen.”
Christenen zijn er echter van overtuigd “dat een leven altijd een betekenis en een waarde heeft, zelfs als we dat niet herkennen”, schreef Koch. Daarom staat de Kerk alle mensen bij “in crises, ziekte en lijden – met telefonische hulpverlening en zelfmoordpreventie, in kerkelijke ziekenhuizen, palliatieve zorgafdelingen en hospices, in pastorale zorg en in begeleiding.”