Syrische en Libanese jongeren kunnen door oorlog en armoede “alleen maar dromen” van de WJD. Een thuisblijfprogramma moet uitkomst bieden: “Deze onvergetelijke ervaring helpt onze jongeren om de missie van de Kerk voort te zetten.”
Lissabon stroomt vol pelgrims voor de Wereldjongerendagen, maar in veel landen zijn er ook jongeren die thuisblijven – niet vrijwillig, maar uit noodzaak. Voor jongeren in Syrië, waar in 2011 een jarenlange burgeroorlog uitbrak, is naar Europa reizen door allerlei sancties bijna onmogelijk.
Dankzij Kerk in Nood is er echter een speciale bijeenkomst georganiseerd in Saidnaya, een eeuwenoud Mariabedevaartsoord in de buurt van Damascus. De bijeenkomst vindt tegelijk plaats met de WJD-week in Lissabon.
De Amerikaanse Xavier Bisits is verantwoordelijk voor Kerk in Nood-projecten in Syrië en Libanon en beschrijft Saidnaya als “een van de belangrijkste christelijke bedevaartsoorden in Syrië, al meer dan vijftienhonderd jaar”. Het klooster van Saidnaya was tijdens de burgeroorlog doelwit van aanvallen door jihadistische groeperingen.
“Dat dit evenement überhaupt kan plaatsvinden is een klein wonder”, zegt Bisits. “In feite wordt dit de eerste nationale bijeenkomst van deze omvang voor Syrische jongeren in de geschiedenis.”
De Syrische ‘WJD’ heeft een oecumenische dimensie: ook jonge orthodoxe christenen worden uitgenodigd om deel te nemen. “Zij zullen zeer welkom zijn”, vertelt Bisits, “We verwachten dat de deelnemers een diverse mix van gelovige achtergronden zullen vertegenwoordigen.”
“De meerderheid van de Syriërs zou er alleen maar van kunnen dromen om naar een evenement als de WJD te kunnen reizen.”
Tweet dit! De bijeenkomst in Saidnaya wordt gehouden voor jongeren uit alle delen van het land en vindt plaats tussen 2 en 5 augustus. De evenementen in Lissabon zullen via een videoverbinding worden uitgezonden naar de Syrische deelnemers.
“De meerderheid van de Syriërs zou er alleen maar van kunnen dromen om naar een evenement als de WJD te kunnen reizen”, legt Bisits uit. “Het zou voor de meeste Syrische jongeren onmogelijk zijn om een visum te krijgen. Bovendien zouden ze de kosten of het vliegticket niet kunnen betalen, omdat de Syrische economie volledig is ingestort.”
In buurland Libanon is de situatie voor (katholieke) jongeren niet veel beter. Libanese jongeren voelen de pijn van de aanhoudende politieke onrust en economische stagnatie in hun land. Ook hier heeft Kerk in Nood een plaatselijk WJD-programma vormgegeven. Naar verwachting zullen daar meer dan duizend jongeren op afkomen.
“Jonge Libanese katholieken hebben te kampen met armoede en werkloosheid en lijden onder de ineenstorting van het politieke systeem van hun land”, aldus Bisits, die daaraan toevoegt dat veel jonge Libanezen simpelweg geen toekomst in hun eigen land kunnen verwachten. “Vandaag de dag verlaten de meeste jonge katholieken die afstuderen aan de universiteit onmiddellijk het land.”
In Libanon bestaan veel oosters-katholieke Kerken naast elkaar, zoals de Melkitische, de Chaldeeuwse en de Syrische Kerk. Het doel van het project van Kerk in Nood is volgens Bisits niet alleen om jongeren van al die stromingen bij elkaar te brengen, “maar ook om jonge mensen te bemoedigen terwijl ze moeilijke beslissingen nemen en hun toekomst uitstippelen in een land dat uit elkaar valt”, zegt hij.
“Dit evenement symboliseert optimisme, continuïteit en vreugde”, aldus Roy Jreich, jongerenverantwoordelijke van de Libanese bisschoppenconferentie. “Deze onvergetelijke ervaring kan onze jongeren in staat stellen om de missie van de Kerk voort te zetten en zich op verschillende manieren te ontwikkelen.”
Paus Franciscus heeft een speciale boodschap naar de thuisblijvers in Syrië en Libanon gestuurd. Daarin roept hij hen op om niet te vergeten “dat de hele Kerk dicht bij jullie is, met jullie en voor jullie bidt. De Kerk houdt van jullie en bewondert jullie hoop, moed en solidariteit.”
“Jezus staat naast jullie”, schrijft paus Franciscus aan de jongeren. Hij sluit af met de boodschap dat het de jongeren zullen zijn die “hun Kerken nieuw leven zullen inblazen” en hun landen opnieuw zullen opbouwen.
