De bisschoppen van Colombia hebben de bevolking opgeroepen te blijven bidden voor de vrede.
Het vredesakkoord werd met een minieme meerderheid via een volksreferendum verworpen. Vooral de amnestieregeling voor de rebellen, die moordden, plunderden, ontvoerden en in drugs handelden, ging velen te ver.
“Als Kerk is het onze opdracht om alle Colombianen uit te nodigen voor vrede te bidden. Vrede is voor alles een geschenk, een genade van God, en ook onze taak. Daarom moeten wij blijven bidden en werken”, aldus de voorzitter van de Colombiaanse bisschoppenconferentie, aartsbischop Luis Augusto Castro Quiroga.
Hij benadrukte dat zowel FARC-leider Timoleón Jiménez als president Juan Manuel Santos hebben gezegd het vredesproces te willen voortzetten. Het is belangrijk, aldus de aartsbisschop, te werken “aan politieke verzoening en aan de andere kant aan persoonlijke verzoening”.
Mgr. Castro maande de Colombianen niet te vervallen in bittere verwijten tegenover degenen die tegen het akkoord stemden. “Velen stemden niet tegen omdat zij tegen vrede zijn, maar omdat zij een betere, meer gestructureerde vrede willen, waarin niet zoveel wordt weggegeven aan de guerrilla’s. Vooralsnog geloof ik dat, ondanks alles, alle Colombianen verzoening nodig hebben.”
Nu het akkoord is verworpen is er een “kalme, positieve dialoog nodig”.
Volgens hem “kan daar daaruit iets heel goeds komen, zoals een serie bijdragen om het vredesakkoord te verbeteren en weer voor het vredesproces te werken.”
“Alle Colombianen willen vrede. Het probleem is niet of mensen vrede willen of niet. Dat willen wij allemaal. Maar sommigen denken dat er een beter akkoord mogelijk is dan wat er lag en stemden daarom tegen.”
Het vredesakkoord kwam na vier jaar onderhandelen tot stand. Afgesproken werd dat enkele FARC-leiders deel zouden uitmaken van de regering in ruil voor ontwapening en het afzweren van ontvoeringen en drugssmokkel
Veel Colombianen vonden het akkoord te soepel tegenover de FARC. Rebellen die hun misdaden toegaven zouden slechts licht gestraft worden.
Sinds het ontstaan van de FARC in 1964 vonden 260.000 mensen de dood. Miljoenen gingen op de vlucht. (KN/CNA)