Het feit dat de Kerk een geestelijke missie heeft, is geen excuus voor financieel wanbeheer, stelt George Pell.
“Geld is ongetwijfeld een van Gods gaven, maar het is ook een bron van verleiding”, aldus Pell in een dinsdag gepubliceerde videoboodschap, gericht tot het Globaal Instituut van Kerkelijk Management van de pauselijke Heilig Kruis-universiteit in Rome.
De kardinaal was tussen 2014 en 2017 prefect van het Vaticaanse Secretariaat voor de Economie. In die hoedanigheid deed hij onderzoek naar corruptie in het Vaticaan en overzag hij de hervormingen van de Vaticaanse financiën.
“Zeggen dat de Kerk geen bedrijf is, is geen rechtvaardiging voor ons om niet efficiënt of zelfs corrupt te zijn”, aldus Pell.
De kardinaal zei zich een gesprek met Moeder Teresa te herinneren, die zei dat er voor de geestelijkheid twee grote uitdagingen waren.
De ene zou seksualiteit betreffen, de andere was het geld, dat volgens de heilige een “groter en sterker gevaar” zou vormen dan “dwalende seksualiteit”.
“Onze Heer zelf zegt heel veel over rijkdom, Hij was erg duidelijk over het onderwerp”, aldus Pell.
Het is volgens hem “goed je te herinneren dat de enige groep die onze Heer met de zweep benaderde, de geldwisselaars waren, de handelaren in de tempel”.
“Geld is een besmet iets. Ik heb erg genoten van mijn werk met geld – het is bepaald fascinerend – maar het moet worden gecontroleerd en gemanaged.”
De kardinaal zei ook dat de Kerk “bovennatuurlijk is”. “We geloven in de menswording, dat God zijn enige Zoon zond om met ons te leven. We brengen de aanwezigheid van Christus en God in onze gemeenschappen, en we moeten hier geld en procedures voor gebruiken.”
Hij herinnerde zich een grote conferentie waar veel jongeren bij aanwezig waren. Pell zei toen dat het moeilijker was om iemand tot Christus te bekeren, dan de Vaticaanse financiën te hervormen. “Alle seculiere media beweerden dat ik het tegenovergestelde had gezegd.”
“De enige groep die onze Heer met de zweep benaderde, waren de geldwisselaars, de handelaren in de tempel”
- Kardinaal George Pell
In 2017 moest Pell verlof nemen van zijn functie als prefect van het Vaticaanse secretariaat voor de economie om zich te verdedigen tegen beschuldigingen van seksueel misbruik in zijn geboorteland Australië.
Na een lange juridische strijd, waardoor Pell meer dan een jaar in de gevangenis verbleef, werd hij in april unaniem vrijgesproken van alle aanklachten door het Australisch Hooggerechtshof.
De kardinaal blikte in de videoboodschap ook terug op de periode in de gevangenis. Daarbij hielp een fysieke en geestelijke discipline hem de dagen in afzondering door te komen.
“In de gevangenis had ik veel tijd om elke dag te bidden, wat ik ook deed. Ik deed het omdat het mijn plicht was, het was te combineren en persoonlijk nuttig. Maar daarnaast moest ik een reeks praktische zaken ondernemen”, vertelde Pell.
Hij stond iedere dag om 7.15 uur op, en ging pas slapen in de avond, vertelde de kardinaal. Ook zorgde hij voor dagelijkse lichaamsbeweging en lette hij op zijn dieet.
“Ik was waarschijnlijk gezonder toen ik uit de gevangenis kwam, dan toen ik erin ging”, zei Pell. “Al deze geordende en systematische zaken hebben mij geholpen.”
“Op dezelfde wijze is het, wat kerkelijke ondernemingen betreft, niet voldoende om sterk biddende mensen te zijn – we moeten in staat zijn om onze visie om te zetten in daden”, aldus de kardinaal.