Het plotseling intrekken van de verblijfsvergunning van een Mexicaanse priester door de Russische autoriteiten wakkert angst onder andere katholieke priesters in het land aan. De meeste katholieke priesters en religieuzen in Rusland zijn namelijk afkomstig uit het buitenland.
Fernando Vera, een Mexicaans lid van het Opus Dei, werd medio april zonder enige uitleg gesommeerd Rusland binnen 24 uur verlaten. Hij was er al zeven jaar werkzaam.
Er was “geen reden” voor de Kerk om aan te nemen dat dit verband hield met het conflict in Oekraïne, vertelde de woordvoerder van de Russische bisschoppenconferentie, Kirill Gorbunov, op 21 april aan persbureau Catholic News Service.
Volgens Gorbunov was er geen aanleiding om aan te nemen dat de priester dingen had gezegd die niet eerder al door bisschoppen waren verkondigd.
“Hoewel ik niet naar zijn homilieën heb geluisterd, ken ik hem persoonlijk als een evenwichtig en redelijk persoon, die geen radicale standpunten zou innemen”, vertelt de woordvoerder over Vera, die sinds enkele maanden als pastoor van de Petrus-en-Paulus-parochie in Moskou werkte.
Parochianen vermoeden echter dat er mogelijk toch verkeerde woorden zijn gebruikt: “Vader Fernando heeft de gewoonte om de dingen bij hun naam te noemen, maar tegenwoordig wordt dit in ons land niet als een burgerlijke deugd beschouwd.”
Het uitwijzen van religieuzen in Rusland kwam in het verleden vaker voor. In het algemeen werd aangenomen dat dit uit angst voor buitenlandse invloeden gebeurde.
Maar volgens Gorbunov konden veel gevallen worden verklaard “aan de hand van administratieve problemen, zoals fouten op werk- en verblijfsdocumenten”.
De uitwijzing van Vera was volgens Gorbunov de eerste sinds 2002, toen de bisschop van Irkoetsk in Siberië – Jerzy Mazur – in Moskou werd gearresteerd en onder dwang naar Polen werd uitgezet.
Gorbunov verzekerde dat de andere uitzettingen geen “direct verband hielden met de politieke situatie”.
Toch constateert ook Gorbunov dat de recente ontwikkelingen in combinatie met het uitzetten van Vera de angst onder buitenlandse geestelijken verder aanwakkert.
“De meeste priesters en religieuzen hier zijn buitenlanders. Bij hun superieuren in het buitenland groeit de bezorgdheid over hen. Sommigen suggereren dat ze zouden moeten overwegen Rusland te verlaten voor hun eigen veiligheid.”
De Russische wet werd begin maart gewijzigd om zware boetes en tot wel vijftien jaar gevangenisstraf op te kunnen leggen voor het verspreiden van “valse informatie” over de oorlog.
Deze wet is ook de reden dat recente vredesoproepen van paus Franciscus niet zijn gepubliceerd op de belangrijkste nieuwswebsite van de Kerk in Rusland, cathmos.ru. De wet verbiedt namelijk het gebruik van de woorden “oorlog” en “invasie” met betrekking tot gebeurtenissen in Oekraïne.
De katholieke Kerk in Rusland leunt zwaar op geestelijken uit het buitenland. Er zijn te weinig Russische katholieke priesters om de ongeveer 270 parochies te kunnen bedienen. Slechts één van de vijf bisschoppen van het land, hulpbisschop Nikolai Gennadevich Doebinin van het aartsbisdom Moeder Gods in Moskou, is geboren in Rusland.
De in het buitenland opgeleide geestelijken zijn verplicht een “hercertificering van een Russische religieuze organisatie” krijgen.
Bronnen: Catholic News Service en KRO-NCRV