Hemelvaart, Pinksteren… daar zijn ze weer, al die vrije dagen waarvan geen mens weet waarom het precies vrije dagen zijn. Dat werd maar weer duidelijk toen ik afgelopen donderdag in Breda vertrapt werd door een meute bierdrinkende Nederlanders. Ik was er met een vriendin en we waren ons beiden niet bewust van het Jazzfestival dat blijkbaar aan de gang was.
Ook in het Griekse restaurant waar we besloten neer te strijken kwamen we er amper tussen. We kwamen terecht aan een tafeltje naast een grote groep aangeschoten mensen van rond de dertig. Ze schaamden zich duidelijk niet voor hun aanwezigheid en maakten dit luidruchtig kenbaar, waarop de zoon van de eigenaar van het restaurant ingreep.
Hij waarschuwde hen twee keer en dreigde de derde keer dat hij ze eruit zou zetten als ze zich niet rustig zouden houden, uit respect voor de andere bezoekers. Hij was de gastheer en hij nam zijn taak serieus – al betekende dat dat hij een grote groep gasten zou kunnen verliezen.
Het lijkt misschien alsof ik een goede recensie aan het schrijven ben voor Sirtaki in Breda, maar dat was niet helemaal mijn doel (ik word niet voor deze reclame betaald). Ik was getroffen door de rust en de zekerheid waarmee de zoon zijn verantwoordelijkheid nam. Een beetje zoals de zoon van de landvoogd, die poolshoogte komt nemen bij de koppige wijnbouwers.
Ik peinsde in mezelf: als men in een restaurant al eens terecht moet wijzen, hoe werkt dat dan in een kerk? Een parochiekerk, waar mensen iedere week samenkomen en worden gehoed door een priester die Jezus’ plaats bekleedt? Waar het gaat om zielenheil in plaats van om tzatziki?
“Onterecht lijkt men te denken dat het dienen van je naasten, dat Jezus zo excellent voor heeft gedaan bij de voetwassing, inhoudt dat je mee moet gaan met alle grillen van je broeders en zusters.”Tweet dit!
- Luisa Kop
Kijk, een priester is in mijn ogen geen cabaretier. Meer dan eens hoor ik om me heen geluiden uit de katholieke wereld anno 2022, die lijken te bevestigen dat meneer de pastoor er is om de mensen tevreden te houden. Zodat ze niet mopperend naar een andere kerk trekken, boos omdat ze zich terechtgewezen voelen in plaats van gesust.
Onterecht lijkt men te denken dat het dienen van je naasten, dat Jezus zo excellent voor heeft gedaan bij de voetwassing, inhoudt dat je mee moet gaan met alle grillen van je broeders en zusters. Dat ‘dienen’, zoals een bediende in een restaurant dat doet, hetzelfde is als aardig gevonden worden. “Goh”, zal men dan zeggen, “dát is pas een goeie priester! Die doet ten minste niet zo schijnheilig.” Is dat werkelijk wat Jezus bedoelde?
Ik denk eigenlijk dat we als christenen te maken hebben met een heel vreemde paradox: dienstbaar en nederig zijn hoort vaak bij vrijmoedig en een beetje ‘brutaal’ zijn. Intussen gaat hoogmoed en egocentrisme gepaard met kruiperigheid, een masker opzetten en ‘aardig gevonden worden’.
Zonder een beetje brutaliteit kan je namelijk niet de moed opbrengen om je naaste écht lief te hebben. Tegelijkertijd zorgt je constante terughoudendheid ervoor dat je vooral gericht bent op hoe jij gezien wordt. Wat men van jou denkt… in plaats van schaamteloos naar Jezus te verwijzen in alles wat je doet, zegt of bent.
Het is hierom dat ik priesters – heel brutaal – wil aansporen om vooral herder te zijn, met alle liefdevolle assertiviteit die daarvoor nodig is. Dat betekent soms inderdaad niet moeders gezelligste zijn, ja… maar de zoon van Sirtaki’s eigenaar heeft het goed begrepen.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.