Zijn en zwijgen is het verslag van een retraite in het Engelse Looe, door KN-Jongcolumniste Luisa Kop. In aflevering vier blijkt de retraite meteen een beproeving: de stilte is zwaar en God voelt ver weg.
11 februari – avond
De retraite is nu echt begonnen, en ik kom mezelf nu al tegen. Geen WhatsApp, geen Facebook, niets. Stilte. Alleen gesprekken met mijn geestelijk begeleider en gebedsmomenten zullen die stilte onderbreken.
Wat ik nog het moeilijkst vind aan die stilte, is het feit dat ik nu eenmaal een kletskous ben en nu dus niemand het hemd van het lijf kan vragen. Ik kan niet, zoals ik dat vaak doe, al Bach-gillend door de gangen wandelen. Ik mis het zingen nu al, realiseer me hoezeer het niet alleen mijn instrument is, maar deel van me is.
Mezelf voor me zien in een leven zonder zang? Onmogelijk. De muziek zit letterlijk in alles wat ik denk, zeg, doe. Mijn lopen heeft een ritme, wat ik zeg zou ik liever zingen als een lied en wat ik hoor vorm ik om tot een melodie.
Daarnaast ben ik door alle nieuwe indrukken niet alleen moe, maar ook in de war. Ik ben God als het ware uit het oog verloren, Hij voelt ver weg. Ik heb het gevoel dat ik niet naar Hem toe kan komen – zoals Jezus Petrus roept op het meer, die niet meteen wil komen.
Ik hoop dat Jezus zelf naar mij toe komt, want ik ben al naar Engeland afgereisd om Zijn wil te zoeken. Nu voel ik me als in een abstract, raar schilderij van twijfel. Waar is Hij dan? Had dit wel nut? Wat doe ik toch? Waar slaat dit op?!
Ik schaam me voor mijn wankelbaarheid. Zo sterk als ik het gevoel had dat ik hier wezen moest, zo vreemd vind ik het dat ik hier überhaupt gekomen ben.
Ik weet zeker dat ik van alles tegen ga komen in de stilte: de blessures die mij geknakt hebben, het daaruit voortgekomen temperament dat iemands zuurstof zou kunnen verbranden. Het verschil tussen hoe ik me voor kan doen en wie ik werkelijk ben, en juist de overeenkomsten daartussen.
De duistere plaatsen van mijn ziel. Die verre, vergeten diepte die ik dacht afgesloten te hebben zal zich hoe dan ook aan me opdringen.
Ik weet niet waar ik moet beginnen. Ik weet niet waar God moet beginnen.