Het is “steeds moeilijker uit te leggen” dat we “wél in een vol vliegtuig naast elkaar mogen zitten, maar samen zingen nog altijd als een te groot risico wordt bestempeld”. Dat schrijven diverse Nederlandse koren in een open brief aan het ministerie van OCW, het Outbreak Management Team en het RIVM.

“Nog steeds kan in Nederland, in concertzaal, klas of kerk, niet fatsoenlijk samen worden gezongen”, schrijven de koren in hun brief. Terwijl, zo stellen zij, het helemaal niet zeker is dat door zingen het coronavirus sneller verspreid wordt.

‘Geen wetenschappelijk bewijs’

“Zonder enkel wetenschappelijk bewijs lijkt een massale angst voor zingen te zijn ontstaan naar aanleiding van een klein aantal, zeer tragische gebeurtenissen met koorzang”, schrijven zij, waarschijnlijk doelend op de besmettingsgolf binnen het Amsterdams Gemengd Koor na de uitvoering van Bachs Johannes-Passion begin maart. Volgens de open brief is “de kans veel groter dat de coronabesmettingen het gevolg zijn geweest van de sociale omgang voor en na het zingen”.

De opstellers wijzen op Duitse en Oostenrijkse onderzoeken, waaruit zou blijken “dat zingen veiliger is dan spreken”. Overigens spreken internationale onderzoeken elkaar tegen; een Amerikaans onderzoek noemde koren juist “superverspreiders”.

1 miljoen koorzangers

De oproep om de maatregel te versoepelen, werd – “namens 1 miljoen koorzangers in Nederland” – ondertekend door diverse (semi-)professionele zanggezelschappen en verwante organisaties, waaronder Cappella Amsterdam, het Laurens Collegium Rotterdam, de Nederlandse Bachvereniging en Studium Chorale Maastricht.