Op de internationale Dag van de Rechten van het Kind ziet Sofi Van Ussel, directeur van de katholieke jeugdbeweging IJD, dat religie steeds meer naar de privésfeer wordt gewezen, wat het recht op spirituele ontwikkeling van jongeren onderdrukt en het risico op meer polarisatie en fundamentalisme vergroot.
We leven in uitdagende tijden die gelovigen nederig stemmen. De documentaire Godvergeten gaf slachtoffers van misbruik in de Kerk een gezicht en zet het thema terecht op de maatschappelijke agenda. Tegelijk horen we politieke en militaire leiders bewust religieuze teksten misbruiken om hun eigen handelen en zelfs oorlogsvoering te verantwoorden. Het gevaar is reëel dat dergelijk daden ook bij ons spanningen creëren tussen diverse religies in onze samenleving.
Sommige actoren in onze samenleving stellen daarom steeds nadrukkelijker dat religie enkel thuishoort in de privésfeer. Dat lijkt een begrijpelijke reflex, maar het is een ondoordachte houding.
Wanneer je de publieke ruimte voor religie beperkt, beperk je ook de ruimte voor het menselijke zoeken en streven naar iets hogers, naar diepere zin en naar wat mensen kan verbinden. De behoefte aan spiritualiteit is in elk geval niet afgenomen. En al helemaal niet bij jongeren.
De katholieke jeugdbeweging IJD werd zopas toegelaten tot de Vlaamse Kinderrechtencoalitie – wat mij betreft geen dag te vroeg. Net daarom wil ik vandaag mijn stem te verheffen. Voor de kinderen en jongeren, voor wie de zoektocht naar wie ze zijn en wat ze geloven in deze tijd extra uitdagend is, doe ik het op deze internationale Dag van de Rechten van het Kind heel bewust.
“Religie en levensbeschouwing horen in het publieke domein. Niet om verschillen op te heffen, maar om de rijkdom van de ander te leren kennen.”Tweet dit!
- Sofi Van Ussel
De reflex om religie naar de privésfeer te verwijzen, is alomtegenwoordig. Het dragen van religieuze symbolen is op veel plekken in het onderwijs en in de publieke sectoren taboe. In oktober vroeg de CEO van de Vlaamse publieke omroep zich af of de tv-Mis nog wel thuishoorde op de openbare omroep. Eerder deze maand noemde Europees Parlementslid Assita Kanko het “onaanvaardbaar” dat mensen in een groep zouden bidden op straat.
Die reflex is voor mij een bedreiging van het recht op spirituele ontwikkeling. Of zoals artikel 14 van het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties stipuleert: van de “vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst”. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verzekert het recht om godsdienst in het openbaar te belijden (artikel 9).
Wanneer een open dialoog tussen religies en samenleving ontbreekt, belanden religies en gelovigen op een eiland. Ze worden minder bevraagd van buitenaf en komen sneller terecht bij een enge interpretatie van heilige teksten. Denk bijvoorbeeld aan gelovigen die in de Bijbel argumenten denken te vinden voor het uitsluiten van LGBTQI+-personen.
Ook kinderen en jongeren komen daardoor slechts met een beperkte en eenzijdige visie op religie in aanraking. Dat verhoogt het risico op religieus fundamentalisme, het zorgt voor polarisatie en het bemoeilijkt het verwerven van levensbeschouwelijke en spirituele geletterdheid.
Religie en levensbeschouwing behoeven net daarom meer dan ooit een plek in het publieke domein. Niet om verschillen op te heffen, maar om de rijkdom van de ander te leren kennen. In het verborgene groeien fundamentalisme en onderlinge afkeer, in de ontmoeting met de ander ontstaan openheid van geest en wederzijds begrip.
“Maatschappelijke vernieuwing en de dialoog over wat een betekenisvol leven kan zijn, ontstaan in de ruimte voor verschil.”Tweet dit!
- Sofi Van Ussel
Onze samenleving heeft het lef nodig om vanuit verschillende gezichtspunten te kijken naar zichzelf en naar de uitdagingen waarvoor we staan. Het lef om aan een en-en-verhaal te werken, en niet te stranden op de tegenstelling tussen uw en mijn waarheid.
Die houding is essentieel om met jongeren en over generaties heen een antwoord te vinden op de bedreiging van oorlog, eenzaamheid onder jongeren, klimaatverandering… Maatschappelijke vernieuwing en de dialoog over wat een betekenisvol leven kan zijn, ontstaan in de ruimte voor verschil.
Willen we artikel 14 van de rechten van het kind in onze samenleving vrijwaren, dan is er meer dan ooit nood aan doordachte, genuanceerde en betrouwbare informatie over spiritualiteit en religie. De mens is in zijn diepste een spiritueel wezen. In tijden van crisis is het net onze spirituele dimensie die de ruimte kan creëren om de vraag te beantwoorden: ‘Wat is het, dat ons verbindt?’
Samen met vele jongeren koester ik de droom dat de liefde in staat mag zijn om haat te overwinnen. Uit recent onderzoek van jongerenbureaus De Ambrassade en Pimento blijkt dat een op de vijf jongeren eenzaam is, een op de vijf een psychische stoornis heeft, de helft aangeeft gepest te worden en vier op de tien moeilijk in slaap valt. Ze geven zelf aan dat ze vooral nood hebben om zich verbonden te weten.
In het recente onderzoek van de Vlaamse Scholierenkoepel geeft 43 procent van de jongeren aan meer over levensbeschouwingen te willen leren. Kan dat ons wakker schudden, ons opnieuw op de ander richten en verbondenheid tussen mensen mogelijk maken? Durft onze samenleving de gedachte omarmen dat het geloof in iets hogers betekenis kan geven? Durft ze ruimte maken om op dit vlak te verschillen?
Sofi Van Ussel is directeur van IJD, de jongerenbeweging binnen de katholieke Kerk van Vlaanderen.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.