Slechts zes weken nadat paus Franciscus zich in de Democratische Republiek Congo uitsprak tegen het geweld dat delen van het land teistert, zijn tientallen christenen door de radicaalislamitische militie ADF om het leven gebracht. Volgens Open Doors gaat het om veertig tot zeventig slachtoffers.
Hulporganisatie Open Doors maakte dinsdag bekend dat er slachtpartijen plaatsvonden tussen 7 en 11 maart in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo, in de provincie Noord-Kivu. Schattingen van het aantal slachtoffers lopen uiteen van veertig tot minstens zeventig.
In een verklaring liet de radicaalislamitische Allied Democratic Forces (ADF) – nauw verwant aan IS – weten “christenen te hebben vermoord”. Zij doodden in Mukondi zeker veertig mensen met geweren, messen en machetes en staken hun huizen in brand.
In Kirindera vermoordden ADF-rebellen afgelopen zaterdag volgens een ooggetuige van Open Doors minstens 22 christenen. Een kliniek, hotel, ziekenhuis en apotheek werden verwoest.
Volgens de Verenigde Naties (VN) terroriseren meer dan 120 milities de bevolking in Noordoost-Congo. Alleen al in de afgelopen maand verjoegen zij met het geweld 300.000 Congolezen uit de regio.
Alhoewel de autoriteiten de noodtoestand hebben uitgeroepen, lukt het niet er de situatie onder controle te krijgen. De Democratische Repbliek Congo staat op de tiende plaats van de Open Doors-Ranglijst Christenvervolging. Voor een land met een overwegend christelijke bevolking is dat een opmerkelijk feit.
Nog maar zes weken geleden reisde paus Franciscus naar het land. Tussen 31 januari en 5 februari bezocht hij Democratische Republiek Congo en aansluitend Zuid-Soedan.
Om veiligheidsredenen kon de paus het Noordoosten van Congo niet bezoeken. Daarom kwamen slachtoffers van geweld uit die regio naar de Congolese hoofdstad Kinshasa. Ze spraken er met de paus over hun afgrijselijke ervaringen.
“Door het onmenselijke geweld dat je met eigen ogen hebt gezien en aan den lijve hebt ervaren, ben je geschokt. Er zijn geen woorden, er zijn alleen tranen”, sprak de paus. Hij veroordeelde het geweld, de slachtpartijen, de verkrachtingen, de verwoesting en bezetting van dorpen en de plunderingen die nog steeds plaatsvinden in Congo. Ook veroordeelde hij “de bloedige, illegale exploitatie van de rijkdommen van dit land, evenals de pogingen om het land te fragmenteren om het te beheren”.