Paus Franciscus heeft de afgelopen maand bij wijze van vakantie zijn publieke optredens op een laag pitje gezet, maar op zijn lauweren rusten zal hij ongetwijfeld niet gedaan hebben. Waarschijnlijk heeft hij er weer heel wat liters inkt en riemen papier doorheen gejaagd, want onze paus staat bekend als een notoire veelschrijver die de oeuvres van figuren als Herman Brusselmans en Stephen King dwergachtig laat lijken.
Het aantal toespraken, preken en brieven dat paus Franciscus ook tijdens zijn zomerstop blijft produceren, laat zien hoe overweldigend productief de paus als auteur is. En dat gebeurt allemaal met de hand, want het is bekend dat paus Franciscus weinig met computers heeft: aan hem gerichte e-mails laat hij door zijn staf uitprinten voordat hij ze leest.
Hoeveel teksten zou Franciscus – inclusief lijvige werken als encyclieken en apostolische exhortaties – inmiddels neergepend hebben? Het moet een bijna recordbrekend aantal zijn.
Bijna, schrijf ik, want zelfs paus Franciscus moet zijn meerdere op dit vlak erkennen. In de vierenveertigste KN-editie van 1996 stond een ietwat komkommertijdachtig artikel dat licht schijnt op de pauselijke teksten van Johannes Paulus II. Het artikel, dat verscheen toen Johannes Paulus II bijna achttien jaar paus was, berekende dat hij in die jaren 2097 toespraken gehouden heeft – en dat zijn alleen zijn buitenlandse redevoeringen.
Daarbovenop komen dan nog de talloze toespraken die hij in het Vaticaan heeft uitgesproken, zijn wekelijkse algemene audiënties en een vijftigtal belangrijke documenten, waaronder twaalf encyclieken.
Een massa aan teksten dus, maar dit artikel laat zien dat Johannes Paulus al die toespraken – gelukkig – niet allemaal zelf hoefde te schrijven. Wel hield hij zich intensief bezig met de inhoud van de teksten die hij en public uit zou spreken: hij instrueerde zijn ghostwriters gedurende werklunches en controleerde ook alles.
Paus Johannes Paulus II bleek daarbij niet de moeilijkste. Waar zijn voorganger Paulus VI er een handje van aan had om de marges vol correcties te krabbelen, beperkte Johannes Paulus zich meestal tot wat vraagtekens in de kantlijn. Daarin toonde hij zich als een “goed vorst”, zo vond zijn omgeving. Tegenwoordig zouden we zeggen dat de paus geen micromanager was.
Lees hier het genoemde artikel (PDF).