Niet alleen in Gaza, maar ook op de Westelijke Jordaanoever beginnen Palestijnen de situatie uitzichtloos te vinden. “We hebben de hoop verloren; het enige wat ons nog rest is ons geloof”, zegt de Palestijnse christen Rony Tabash.

In een interview met de pauselijke liefdadigheidsinstelling Kerk in Nood International beschrijft hij volgens persbureau OSV News hoe het huidige conflict directe gevolgen heeft voor de christelijke gemeenschap op de Westelijke Jordaanoever. Veel inwoners van Bethlehem staan op het punt om hun huizen te verlaten, zo vertelt hij.

Sombere realiteit

Tabash is de eigenaar van een winkel op het Mangerplein in Bethlehem, waar hij religieuze artikelen verkoopt. Hij had gehoopt eindelijk zijn schulden af te kunnen betalen en economisch te kunnen herstellen na de coronapandemie. Hij wordt nu geconfronteerd met een sombere realiteit.

De afwezigheid van pelgrims heeft de lokale economie in puin gelegd. Dit heeft gevolgen voor alle sectoren die afhankelijk zijn van religieus toerisme: van hotels en restaurants tot olijfhoutbewerkers en souvenirverkopers. Pelgrims zijn belangrijk voor de christelijke gemeenschap in Bethlehem. De afwezigheid van bezoekers maakt veel Palestijnse gezinnen “werkloos en hopeloos”, zegt Tabash.

“Ze zeggen dat het tot Pasen zal duren. Het gaat mij niet alleen om het geld of de economie, ook al weet ik niet hoe ik het einde van dit jaar ga halen. Ik maak me ook zorgen over de toekomst van christelijke heilige plekken en christelijke gezinnen.” Het is er niet meer veilig wonen. “Tegenwoordig hangen er bommen in de lucht boven Bethlehem; kinderen zijn bang.”

Heilige plaats

Palestijnen met een dubbele nationaliteit verlaten inmiddels al de Westelijke Jordaanoever. Tabash peinst er niet over om het Heilig Land te verlaten. Als enige ondernemer houdt hij zijn winkel nog altijd open. “Het enige dat mij overeind houdt is het geloof; zonder geloof zou ik niet kunnen doorgaan, zelfs niet voor een minuut.”

Hij wil zijn vader ook niet achterlaten. Die zegt hem dat Bethlehem “een heilige plaats is en ongedeerd zal blijven”. Tabash deelt deze overtuiging en wil niet weggaan van de plek waar Jezus geboren is, zo zegt hij.

Hij ziet het als zijn missie om er te blijven. Maar hij hoopt ook dat de oorlog snel eindigt. “We zijn moe; we willen vrede.”

Vredesinspanningen

Vrede, op zijn minst een staakt-het-vuren, is iets waar paus Franciscus zich ook hard voor maakt. In een poging hieraan bij te dragen had hij op 2 november een gesprek met de Palestijnse president Mahmoud Abbas, zo meldde het Palestijnse persbureau WAFA, iets wat later ook door het persbureau van de Heilige Stoel werd bevestigd.

Tijdens dat gesprek sprak Abbas zijn waardering uit voor de rol en inspanningen van paus Franciscus bij het ondersteunen van vredesopbouw in de regio en over de hele wereld, aldus WAFA. De twee leiders spraken af de komende tijd contact te houden voor verder overleg en de noodzakelijke humanitaire hulp in de regio.

Gisteren liet het Vaticaan weten dat de paus in de middag een telefoongesprek had met de Iraanse president Ebrahim Raisi. Volgens de woordvoerder van het Vaticaan had de Iraanse president hierom gevraagd. Over de inhoud van het gesprek deed het Vaticaan geen verdere mededelingen.

Aanwezigheid

Tabash doet tijdens het interview met Kerk in Nood een oproep aan de internationale gemeenschap voor het behoud van Bethlehem. “Veel mensen hebben het verlangen om naar het Heilig Land te komen. Het is tijd om ons te helpen, om aanwezig te zijn op deze heilige plaatsen”, zegt hij vol overtuiging.

Omdat fysieke aanwezigheid op dit moment niet mogelijk is, spoort hij de gelovigen aan om christenen in het Heilig Land op andere manieren te helpen: “Kom met jullie gebeden, kom met jullie daden en vraag om vrede, kom door de integriteit van deze plaatsen te verdedigen. De stilte maakt me bang.”