Deze week was het zover: liberaal Mark Rutte volgde de roemruchte katholieke christendemocraat Ruud Lubbers op als langst zittende premier van Nederland. Rutte regeerde links, rechts en midden, en nu alweer een aantal jaren met dat wonderlijke amalgaam van D66 en ChristenUnie. Het getuigt van ’s mans politieke overlevingsinstinct – dat de andere kant is van het verwijt dat het hem aan visie ontbreekt.
MH17-crisis, stikstof- en energiecrisis, klimaatcrisis, corona- en Oekraïnecrisis, Groninger gascrisis, vluchtelingencrisis, een groeiende kloof tussen arm en rijk, toeslagenaffaire, gebrek aan ‘actieve herinnering’, gebrek aan regie, protestbewegingen links en rechts… de opsomming is vast niet compleet, de rij aan crises en #ophef-momenten is lang (zoals trouwens bij elke regering).
Maar hoezeer ook het vertrouwen in de overheid ook onder de kabinetten Rutte achteruit kachelde, een aanzienlijke minderheid van de bevolking beloonde hem keer op keer met verkiezingswinst. Voor dat deel van de bevolking ís Nederland ook een “gaaf land”, waar je in rust en welvaart ‘je eigen ding kunt doen’ – ongestoord bijvoorbeeld door een visie die verder gaat dan een liberaal laissez faire.
En toch. Toch leeft er, links en rechts, óók een verlangen naar meer dan dat. Naar een althans enigszins gedeelde visie op wat goed leven is en hoe we onze samenleving kunnen inrichten op een manier die daaraan bijdraagt, voorbij de versplintering. Een verlangen naar het algemeen welzijn, om het met een klassieke term uit het katholiek sociaal denken te zeggen.
Bisschop Gerard de Korte van Den Bosch raakte er afgelopen zondag aan. Hij was te gast in Oss, waar hij ereburger van die stad Titus Brandsma tot patroonheilige ervan promoveerde. De Korte wees erop hoe de heilige hartstochtelijk God zocht en hoe de Kerk daarin ook nu een voorbeeld kan zien: moet zij immers niet “omzien naar mensen die onder een gesloten hemel leven?”.
In politieke termen zouden we die gesloten hemel kunnen zien als de bubbel van ophef, incidenten en boosheid, die ons het zicht op de open hemel – de ruimte voor de echte, fundamentelere vragen – ontneemt. Zeker, daar dragen politici niet zelden zelf aan bij, maar het daarbij laten is echt te gemakkelijk.
Kunnen we zelf ook bijdragen aan de oplossing? Kunnen we onze blik gericht houden op de open hemel en weigeren ons te laten opslokken door het volgende relletje, de zoveelste #ophef, weer een incident? Kunnen we de genadeloze druk op onze volksvertegenwoordigers om enkel ad hoc bezig te zijn verkleinen en zo de ruimte helpen creëren waarin zij naar antwoorden op fundamentele vragen kunnen zoeken?
Durven we daartoe de prettige adrenalinestoot van onze (al dan niet gerechtvaardigde) boosheid op te geven, en het vluchtige goede gevoel van het online gespuide eigen gelijk aan de kant te zetten?
Als bijna twaalf jaar Rutte iets aantoont, is het de nood aan een politieke open hemel. De sleutels daartoe liggen ook in onze handen – maar dan moeten we die wel openen.
Reageren? Mail naar opinie@kn.nl.
![]() | Gratis kennismaken met KN?Dit commentaar is afkomstig uit Katholiek Nieuwsblad nr. 31. Vrijblijvend kennismaken met KN? Vraag hier 3 gratis proefnummers aan! |