<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
image
Column

Het fenomeen engelen

Pater Hugo 27 december 2023

Ik heb in mijn leven aardig wat theologie gestudeerd, maar mijn religieuze belevingswereld is nauwelijks verder ontwikkeld dan die van de moderne heidenen om mij heen. Dat zie je bijvoorbeeld aan mijn relatie met het fenomeen engelen.

Ik weet heel goed dat engelen louter geest zijn, en dus geen gestalte van zichzelf hebben. Ik weet ook best dat – mochten ze zich toch willen vertonen – ze er behagen in scheppen zich in de meest bizarre outfits te steken. Wentelende raderen, bezaaid met ogen. Hoofden met vier dierenkoppen erop die allemaal een andere kant opkijken (de profeet Ezechiël benadrukt dat ze desondanks rechtuit vliegen en niet allemaal tegelijk een andere kant op willen).

Verder worden ze waargenomen met vleugeltrossen die schots en scheef naar boven en beneden steken, in alle kleuren van de regenboog. Soms hebben ze wel eens een dagje wat minder inspiratie. Dan vertonen ze zich als jongens van een jaar of twintig met een numineuze uitstraling. Het lijkt me dat dat nog het minst bezwaarlijk voor de bloeddruk is.

Verder heb ik natuurlijk braaf geleerd dat engelen in verschillende rangen en standen komen, grotendeels uitgedokterd door de heilige Dionysius de Valsaard, van wie ik de i en de y altijd verkeerd om schrijf.

Hij heeft het over negen engelenkoren, namelijk de serafijnen en cherubijnen, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten, vorsten, aartsengelen en engelen (voor de duidelijkheid: cherubijnen zijn dus géén lelijke baby’s met hangwangen en friemelvleugels, maar de op één na chicste geestelijke deftigheden van de kosmos. Beter niet op de teentjes gaan staan, mochten ze die hebben. Lastig te zeggen).

“Ik weet ook dat engelen er behagen in scheppen zich in de meest bizarre outfits te steken”

Het meest vertrouwd zijn we natuurlijk met de aartsengelen, die dus – merkwaardig genoeg – bijna helemaal onderaan de rangorde staan. Ze heten Michaël, Gabriël en Rafaël. Vaak zie je ook nog een zekere Uriël afgebeeld, die bij de orthodoxen als geschikte kerel wordt beschouwd, maar bij ons in het Westen als ongeordend aanvliegsel. De lijst wordt vaak tot zeven of zelfs acht uitgebreid met Selaphiël, Jehudiël, Barachiël en Jeremiël.

In de Koptische Kerk heten die laatste vier nog weer anders (eentje heet er daar Sakakiël, wat ik op de een of andere manier onguur vind klinken). In ieder geval mogen die bij ons in het Avondland geen van allen bij name worden aangeroepen. Er mocht immers eens een gevallen engel tussen zitten. Dan blijft het niet bij de horror van schreeuwerig gekleurde veren alleen.

Hoewel ik dus al deze dingen best weet, is mijn voorstelling van een echte engel voor eeuwig bepaald door de dagen van mijn vroege jeugd. Op een dag kwam mijn moeder terug van de kerstmarkt in Düsseldorf met een geheimzinnige doos.

Toen de kerstboom werd opgezet kwam daar een engel uit, een wonder van papier-maché. Het was een etherische dame in een barok kolkend gewaad met twee sierlijke zwanenvleugels. Als het ooit mijn tijd zal zijn, mag die mij komen halen. Daar helpen geen grootseminarie en Katholieke Universiteit Leuven tegen.

Pater Hugo is kluizenaar te Warfhuizen. Elke drie weken schrijft hij een column in Katholiek Nieuwsblad.

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.