Als eerste Amerikaanse president ooit, zette Donald Trump zondag voet op Noord-Koreaanse bodem. Trump was er voor zijn derde ontmoeting met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un. Zij schudden elkaar zondag de hand op de grens tussen Noord- en Zuid-Korea.
Vlak na die historische ontmoeting, noemde paus Franciscus die een voorbeeld van “de cultuur van ontmoeting”.
Bij het angelusgebed zei de paus: “In de laatste uren hebben we in Korea een goed voorbeeld gezien van de cultuur van ontmoeting.”
Hij vervolgde: “Ik groet de hoofdpersonen met het gebed dat deze betekenisvolle stap leidt tot een nieuwe stap op de weg van vrede. Niet alleen op het schiereiland, maar in de hele wereld.”
In oktober vorig jaar werd bekend dat paus Franciscus open staat voor een bezoek aan Noord-Korea. Vaticaans staatsecretaris Pietro Parolin zei toen ook dat een pausbezoek zou “kunnen bijdragen aan het bewerkstelligen van vrede en denuclearisatie op het Koreaanse schiereiland”.
Een bezoek van de paus zou echter niet zonder voorwaarden zijn. “Zodra we serieus beginnen na te denken over de mogelijkheid van een bezoek, moeten verschillende voorwaarden onderzocht worden”, aldus Parolin.
Mogelijk verwees hij daarmee naar de extreem slechte situatie van christenen in het land. Noord-Korea staat al sinds 2002 op de eerste plaats als het gaat om landen waar christenvervolging plaatsvindt.
De christelijke hulporganisatie Open Doors schat dat er in Noord-Korea vijftig- tot zestigduizend christenen gevangen zitten, terwijl de overige 240.000 in het geheim bijeen moeten komen om hun geloof te belijden. (KN/Crux)