<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Essay

Aan de grenzen van de neoliberale samenleving: De actualiteit van de kerkelijke sociale leer

André Roes 18 november 2023
image
Illustratie: Matt Kenyon – Ikon Images

De samenleving wordt geplaagd door neoliberalisme en crises. Er is een nieuw ‘ethisch fundament’ nodig, dat zijn inspiratie kan vinden in de katholieke sociale leer en het christelijk personalisme, dat zich hard maakt voor de menselijke waardigheid.

Lang voor zijn dood in 2004 mijmerde kardinaal Franz König, een van de grote concilievaders, over het onbehagen van zijn tijd. “Willen wij het vertrouwen waarop een maatschappij rust terugwinnen, om niet in een maatschappij van wantrouwen en argwaan te verkommeren, dan hebben wij”, aldus König, “een ethisch fundament nodig om in die maatschappij samen te leven, een ‘hervorming van onze gezindheid’.”

Neoliberaal dogma

In zijn sociale encycliek Caritas in veritate (2009) zegt paus Benedictus, verwijzend naar het dogma van het neoliberale geloof, dat zelfs de markt haar economische functie niet volkomen kan vervullen zonder handelswijzen “gebaseerd op solidariteit en wederzijds vertrouwen. Dit vertrouwen is vandaag de dag verloren gegaan”.

“De sociale leer van de Kerk is nergens soft of vrijblijvend; zij wijst mensen op principes, rechten én plichten”

In zijn encycliek Fratelli tutti (2020), over broederlijkheid en sociale vriendschap, hekelt paus Franciscus de liberaal-individualistische benaderingen “die de samenleving slechts als de som van naast elkaar bestaande belangen zien”. Zij spreken van een vrijheid zonder een gemeenschappelijk verhaal en laten zich denigrerend uit over de rechten van de zwaksten in de samenleving. Dan ontstaat, zegt de paus, een ontwortelde samenleving, als mensen zich bij niemand meer thuis voelen. Dat is de ergste vorm van vervreemding.

‘Innerlijk midden’

De sociale encyclieken van de Kerk zijn bedoeld om een fundament onder onze maatschappij te leggen, om die een ‘innerlijk midden’ te geven. De liefde is de rode draad die door de sociale leer van de Kerk loopt, zegt paus Benedictus.

In Rerum Novarum (1891) zegt paus Leo XIII wat er gebeurt als die rode draad verdwijnt. Het economisch leven kan verstarren “tot een meedogenloos wreed en hard systeem” wanneer een ongebreideld individualistische geest, uit op winst en overheersing, de mens en het algemeen welzijn uit het oog verloren heeft.

Technocratisch paradigma

Ruim een eeuw later roept paus Benedictus ons op om “ons hart” te veranderen en niet meer tegemoet te komen aan “ongebreidelde economische belangen en aan een maatschappelijke organisatie in dienst van diegenen die al te veel macht hebben”. Hij waarschuwt voor “het technocratisch paradigma”, maar vooral voor de wijze waarop mensen instellingen misbruiken.

https://www.us12.list-manage.com/subscribe/post?u=d22144bf286104d517b638301&id=b3f10e4ed1

In Mater et Magistra (1961) zegt paus Johannes XXIII dat “de afzonderlijke mensen fundament, oorzaak en doel van alle sociale instellingen moeten zijn”. Het gaat de Kerk om de erkenning en verdediging van “de heilige waardigheid van de menselijke persoon”. Voor de Kerk staat de menselijke persoon in het middelpunt.

Broederlijkheid en nabijheid

De maatschappij is een gemeenschap waar personen samenleven. De staat dient, helpt en ordent, schept met de instrumenten van het recht de kaders van een maatschappij die veel meer is dan alleen maar een markt van aanbod, vraag en concurrentie. Sociale instellingen als verenigingen en bonden, met het engagement en werk van vele personen, houden een samenleving bij elkaar die waarden als broederlijkheid en nabijheid hoog moet houden en een barmhartig oog moet hebben voor zwakken en weerlozen, voor hen die niet kunnen ‘meekomen’.

“Persoon en gemeenschap horen bij elkaar; de ander is niet iemand die mij in de weg loopt”

Mark Rutte is een bewonderaar van de liberale premier Pieter Cort van der Linden. Maar juist deze brak een eeuw geleden met het vrije spel van de economische krachten, met een liberalisme dat geen oplossing wist voor de ellende en desintegratie in een tijd van industrialisering en verstedelijking. Cort van der Linden koos voor een staat die zich actief met de samenleving bemoeide, omdat dat nodig was, en dus niet voor een overheid die zich – een eeuw later – zou terugtrekken om zoveel mogelijk aan de markt over te laten.

Toeslagenaffaire

Trouw-journalist Hans Goslinga, schrijvend over het onbehagen en wantrouwen van burgers, spreekt in het geval van de toeslagenaffaire over een overheid die zich “als een onaangedane macht manifesteerde, losgezongen van recht en gemeenschap”. Onaangedaan, had hij kunnen toevoegen, door de heilige waarde van de menselijke persoon.

Die waardigheid vindt zijn grond in de achting waarmee God mij ziet staan, zegt het christendom bij monde van Romano Guardini. Het Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt ziet mensen als “bezielde personen” die zich tot elkaar verhouden met zorg. Het NSC roept op tot een andere mentaliteit, een langdurig engagement (het kan wel tien jaar duren!) met waarden als rechtvaardigheid, dienstbaarheid, naastenliefde en barmhartigheid.

Personalisme

De uitgangspunten van het NSC verwijzen naar het naoorlogse christelijke personalisme van de Zwitserse denker Denis de Rougemont, die zich afzette tegen de twintigste-eeuwse totalitaire dictaturen met hun verwoestende minachting voor de waardigheid van de menselijke persoon.

https://www.kn.nl/abonnementen/

Paus Johannes II heeft veel gezegd over het belang van dit personalisme. Hij was sterk onder de indruk van personalistische denkers als Emmanuel Levinas en Martin Buber. De menselijke persoon manifesteert zich in het menselijk gelaat, dat mij aanspreekt en zegt: wees niet onaangedaan, niet onverschillig, zie mij staan, schrijf mij niet af, dood mij niet. Persoon en gemeenschap horen bij elkaar. Het leven van de ander is ook mijn zaak, mijn zorg, mijn verantwoordelijkheid. De ander is niet iemand die mij in de weg loopt. De ander is geen individu in een samenleving die enkel “een som van individuen” is, om met voormalig D66-leider Alexander Pechtold te spreken.

‘Samenlevingscrisis’

Ooit was er in onze verzuilde samenleving voldoende burgerlijke energie aanwezig om gemeenschappen, georiënteerd op een godsdienstig of sociaal ideaal, bij elkaar te houden. Na 1945 vergruisde deze samenleving in zo’n snel tempo, dat politiek en burgers nu over een crisis spreken.

“Wij zijn aan de grenzen van de neoliberale werkelijkheid gekomen”

Caroline van der Plas (BBB) spreekt van “een samenlevingscrisis”, en roept op tot een “tweede naoorlogse wederopbouw”, tot gemeenschapszin en sociale samenhang, tot “nabuurschap”, en tot een andere overheid die niet alleen maar inzet op kosten en efficiëntie. Het aangeslagen CDA wil zich weer oprichten langs de oude kernbegrippen solidariteit, gemeenschapszin en fatsoen, en zet zich af tegen een vereconomiseerde samenleving die goed was “voor wie het al goed had”, en die “verweesd en verdeeld” geraakt is. GroenLinks/PvdA wil solidariteit en gemeenschapszin, herstel van vertrouwen in een overheid die burgers weer beschermt, die weer zichtbaar en aanspreekbaar is voor de mensen. De vrije markt in zorg en wonen moet weer aan banden gelegd.

Sterk en zelfredzaam

Wij zijn kennelijk aan onze grenzen gekomen. De neoliberale politieke werkelijkheid dacht nooit in termen van de menselijke persoon, met diens hoge waardigheid en onvervreemdbare rechten. In de harde neoliberale wereld zijn burgers ‘individuen’ geworden die sterk en zelfredzaam moeten zijn.

Oud-minister Henk Kamp van Sociale Zaken was stellig in de hoorzitting over zijn uitkeringsfraude-aanpak. Wie een beroep doet op een uitkering moet de juiste informatie aan de overheid geven. Verzachtende omstandigheden, zoals het woud aan regels of verkeerde informatie buiten de eigen schuld om, wuift Kamp weg. Dan moet je maar “beter opletten”, hij heeft daar geen medelijden mee.

Buitenproportionele boetes

Het begrip barmhartigheid is aan deze minister niet besteed. En als de hoogste bestuursrechter in 2015 over de boetes bij fraude zegt dat die “niet proportioneel” zijn, en vaststelt dat er geen toetsing naar verwijtbaarheid plaatsvond? Ook dit vindt Kamp niet interessant. Kamps topambtenaar verschuilt zich loyaal en dienend achter de brede rug van zijn minister, die kreeg wat hij wilde, omdat het “nu eenmaal in het regeerakkoord stond”. Wie op lager niveau protesteert, wordt genegeerd of terzijde geschoven.

De sociale leer van de Kerk zegt dat de democratie, ministers en parlementen nooit “immorele wetten” mogen opleggen en waarschuwt voor een politiek die haar functie uitoefent zonder de juiste ethische criteria. Zij waarschuwt voor een “ontaarde bureaucratie” die geen oog meer heeft voor “juist de eenvoudige mensen”, die “niet opgewassen zijn tegen de valkuilen van de bureaucratische procedures”.

Radertjes in het bedrijf

Eén op de drie MBO-studenten is niet goed in staat om de zorgtoeslag aan te vragen, zegt Pieter Omtzigt. Hij wijst erop dat na de toeslagenaffaire er niets terecht is gekomen van een andere bestuurscultuur. Bureaucratie, zegt de kerkelijke sociale leer, moet dienstbaar zijn, en mag nooit haar medewerkers tot “radertjes maken in het bestuurlijk bedrijf” en zo hun menselijke waardigheid aantasten.

De sociale leer van de Kerk is nergens soft of vrijblijvend. Zij wijst mensen op principes, rechten én plichten. De staat moet gerechtigheid nastreven en recht doen, ook als je fraudeert. Maar de Kerk leert al heel lang dat een gerechtigheid zonder de liefde, zonder barmhartigheid, een koude gerechtigheid is. De Kerk leert al heel lang dat een samenleving die alleen nog maar kan denken in wantrouwen, zelfredzaamheid en ieder-voor-zich haar ziel verloren heeft. Als die samenleving toestaat dat haar eigen ambtenaren achter een bureau burgers “de keel dichtknijpen”, zoals een voormalig ambtenaar bij de fraude-enquêtecommissie stelde, dan is er veel werk aan de winkel. Dan moet er een “hervorming van de gezindheid” komen, om weer met kardinaal König te spreken.

‘Smaak van broederlijkheid’

De Kerk spreekt over burgerlijke vriendschap, sociale liefde en geleefde solidariteit. Een samenleving verkommert als wij niet meer weten wat dat is. In Fratelli tutti spreekt paus Franciscus steeds over de waardigheid van de menselijke persoon. Het ieder-voor-zich in onze maatschappij met haar “koortsachtig consumentisme en nieuwe vormen van egoïstisch zelfbehoud” zal snel ontaarden in een “iedereen tegen allen”, erger dan welke pandemie ook. Wij moeten weer “de gedeelde passie voor een gemeenschap van verbondenheid en solidariteit” terugvinden – oftewel “de smaak van broederlijkheid”.

https://www.kn.nl/donaties/

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.