<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Essay

Een belofte om je hart aan te verliezen

Cees Baan 27 maart 2024
image
“Ik weet dat bittere rouw verandert zoals de winter in de lente verandert.” Foto: Erik Kossakowski - Unsplash

Pasen is het feest van de opstanding. Maar biedt dat troost voor wie vandaag in rouw leeft? Misschien niet op dit moment – maar wel houdt dat een belofte in voor de lange termijn.

De dood van iemand die jou zeer lief is, kan voor een emotionele schokgolf zorgen. De kracht van die golf zal per persoon verschillen en is afhankelijk van de wijze waarop iemand is overleden: verwacht of onverwacht, jong of oud, de betekenis van de relatie. Talloze ongrijpbare draadjes die jou met hem of haar verbinden.

Licht en warm

Met welke ogen kijk jij naar de dood? Heeft die het laatste woord – of het een na laatste? Er zijn mensen die in het rouwen troost en rust vinden in het geloof dat God hen nabij is.

Maar vandaag wil ik stilstaan bij degene die de klap van het overlijden van een geliefde maar nauwelijks aankan, die verscheurd achterblijft. Voor wie de dood van een geliefde een barst of een breuk (al dan niet tijdelijk) in het vertrouwen in God betekent.

“De dood van een geliefde raakt mensen tot in de grond van het hart.”

Boordevol voorzichtigheid en met alle schroom ben ik op zoek gegaan naar gedachten van betekenis en hoop. En in het besef dat je soms veel beter zwijgend naast iemand kan zitten met een arm om de schouders. En dan elkaar vasthouden, heel goed vasthouden tot het licht wordt. En warm.

Angstaanjagende optelsom

De dood van een geliefde raakt mensen tot in de grond van het hart. Het ontregelt ‘de motor’ van je leven – dag en nacht. En je bent niet de enige die ruw met rouw geconfronteerd wordt. De dood is zeer nabij. Dagelijks komt er een angstaanjagende optelsom binnen over het verdriet van jonge en oude mensen die rouwen om de dood van een dierbare. Het is verdriet op verdriet.

De grond van je geloof schudt en schuurt onder je voeten. Ik worstel met de vraag: ‘Hoe kan ik, op dat moment, iemand troosten met teksten, met gebeden of met een lied?’

Een beetje moed

We zijn onderweg naar Pasen, het feest waarbij we vieren dat de Heer de dood voorgoed heeft overwonnen, de laatste vijand heeft verslagen! Hij is waarlijk opgestaan. Maar geloof je dat? Vertrouw je erop?

Het Paasverhaal zou ‘een beetje’ moed moeten geven. Hoop op een vervolg en een toekomst in het Huis van de Heer, waar alle tranen gedroogd worden. Niemand zal meer sterven en er zal geen verdriet en pijn zijn (Openbaring 21,4). Maar geeft die belofte wel genoeg kracht en troost voor wie nu in rouw leeft?

Niet nu, niet direct, denk ik. Soms indirect. Indirect, want (en dat is mijn strohalm) God heeft, op leven én dood, met ons een verbond gesloten. En een dure belofte gedaan… Dit bondgenootschap betekent voor veel mensen dat er een ‘zeker’ vertrouwen is dat de dood niet het laatste woord heeft. In leven en in sterven (en daaraan voorbij) ben je als geliefd kind in zijn ogen de moeite eindeloos waard. Ook letterlijk.

De gang naar het graf

Maar ondertussen moet ik wel leren leven (en omgaan) met de dood. Hoe zwaar, bitter en hardvochtig dat ook is. Niet zelden godgeklaagd… en dat knaagt aan de wortels van mijn vertrouwen in de goede, almachtige God.

“Ik geloof vast dat de dood niet het laatste is. Maar dat geloof kan soms wel wat rugwind gebruiken.”

De gang naar het graf (of het vuur) grijpt je bij de keel. Dat definitieve afscheid verwoest en verpest zoveel glans en geluk. Een geliefde stem die je nooit meer zal horen, ogen die jou niet meer warmen, handen die jou nooit meer zullen vasthouden of uitzwaaien.

‘Voor iets anders bestemd’

Lang geleden vertelde mijn oma dat haar leven zwaar was geweest. Ze was niet tot haar doel gekomen, niet geworden wat ze had verwacht, “maar”, zei ze, “ik ben voor iets anders bestemd!” Zij vond troost in haar uitzicht op het beloofde land.

Haar lijden van de tegenwoordige tijd woog niet op tegen de luister die haar wachtte, zei ze. Alsof het echte leven pas begint na de dood. Maar voor dat soort passieve gedachten krijg je de Bijbel echt niet aan je zijde.

Leef!

Ik geloof dat we ook hier en nu die luister mogen ontdekken, of beter nog, mogen creëren. Ook hier kunnen we God ontmoeten, elkaar gelukkig maken en elkaar troosten. Stenen bijdragen aan het liefhebben van elkaar en onszelf. ’t Is zelfs een opdracht… Denk eraan: leef. Elke dag, elk uur, elke minuut. En dan vooral voor die dingen die ertoe doen: liefde, vriendschap, solidariteit. Leef! Want dit leven is uniek, onvervangbaar en de uitgelezen kans om te genieten van en met elkaar.

Prediker had dat goed gezien en voor de zekerheid ook opgeschreven in een taal die ik begrijp. Geniet van het brood, van de wijn, van diegene van wie je houdt, heb plezier: elke dag die God je geeft… Als je geniet kun je het leven beter aan (Prediker 8,16).

Niet het laatste

Het leven waaraan de dood inherent is. Waarin de dood een onontkoombare zekerheid is. Een vijand die keer op keer langdurige, diepe en open wonden slaat. Daar kun je aan onderdoor gaan. Hoeveel helpt het jou dan als ik zeg dat de dood niet het laatste woord heeft? Zou het troosten als ik zeg dat God bij je is? Op dat moment zijn dat voor menig mens holle woorden. Bijna pijnlijk.

Ik geloof vast dat de dood niet het laatste is. Maar dat geloof kan soms wel wat rugwind gebruiken. Wat wacht me als ik de tunnel van de dood ben doorgegaan? Beter nog, ‘wie’ wacht mij…

Vele woningen

“De mensen van voorbij zijn in een ander weten. Bij God mogen ze wonen, daar waar geen pijn kan komen. De mensen van voorbij zijn in het licht, zijn vrij”, schreef dichteres Hanna Lam. Een prachtig lied, dat correspondeert met de woorden van Jezus uit Johannes 14: “Wees niet ongerust. Vertrouw op Mij. Het huis van Mijn Vader heeft vele woningen. Ik ga voor jou een kamer in orde maken. En als die klaar is, kom Ik je halen en dan zal je zijn waar Ik ben!”

“Wat er op de Paasdag met Jezus gebeurde, zal met al zijn mensen gebeuren.”

Zo staat het, zwart op wit, in de Bijbel. Dit zijn woorden die al honderden jaren duren en een onschatbare lading hebben gekregen. Je zult zijn waar Ik ben, zegt Jezus. Stel je voor? Is dit opium voor het volk, beeldspraak of mag ik dit – één op één – concreet voor me zien? Verlies ik mijn hart aan deze belofte of niet…

Winter en lente

Ja, dat verlies ik aan deze belofte. Sterker nog, ik reken op die drie woorden van Jezus: “Wees niet ongerust!” In de veelheid van emoties en geluiden wil ik de echo horen: wees niet ongerust! Vertrouw op mij. Dus kort en krachtig: Wat er op de Paasdag met Jezus gebeurde, zal met al zijn mensen gebeuren. Dit hoort bij de harde kern, het fundament, van mijn overigens wankele geloof.

En ik ‘weet’ (uit eerdere ervaring) dat bittere rouw verandert zoals de winter in de lente verandert. En dat ik, na verloop van tijd, vrede vind in de gedachte dat ‘de mensen van voorbij’ in ‘het lichtland’ zijn.

Mijn vader, van wie ik zielsveel heb gehouden (en nu nog steeds), is drie jaar geleden gestorven. Eerst uitgeteld, gebroken en dichtgesneeuwd. Inmiddels ben ik een soort van blij voor hem, omdat ik erop vertrouw dat hij (hoe dan ook) in het beloofde land is.

‘Opstaan, lachen, juichen en leven’

Er zit nog een tekst in mijn hoofd. Een zinnetje uit een psalm: Ik kan wel afdalen naar het land van de dood, maar daar bent U ook. “Daar zal een hand ons wenken. Een stem zal ons roepen. En wij zullen opstaan, lachen, juichen en leven”, schreef Huub Oosterhuis. Hoe langer ik hierover nadenk, hoe dieper deze woorden indalen als dauw in morgengras, hoe rustiger ik word.

En zo kon ik na mijn vaders dood ook weer verder met mijn eigen reis. Zo ontstond er na verloop van tijd steeds een vervolg op de dood van iemand waarmee ik met hart en ziel verbonden was. Een vervolg – eerlijk is eerlijk – met littekens en blauwe plekken vanwege het gemis…

En een vervolg dankzij vrienden die mij opzochten, mij bij de hand pakten, in de ogen keken en vroegen: “Kan ik iets voor je zijn, iets voor je doen; een soort arm om je heen of een zoen?”

Gezond verstand

Die nabijheid geeft beslist houvast. Dat herinnert mij er ook aan om zelf die vraag te stellen aan wie in rouw leeft. In de geest van omzien naar elkaar, kun je ook in de zwartste uren iemand tot brood en wijn zijn.

https://www.kn.nl/nieuwsbrief/

Opstaan uit de dood. Geloven in een leven voorbij graf en vuur. Met gezond verstand heeft het weinig tot niets te maken. Maar we hebben (expres) een hart gekregen waarmee we over de muren (en dwars daar doorheen of onderdoor) van het verstand heen kunnen kijken. Een hart dat, tegen beter weten in, gelooft in een toekomst voorbij de dood!

Zorgt die verwachting voor acute en duurzame troost voor de vrouw, de man die vandaag in rouw leeft? Nou, dat is de vraag. Maar die verwachting geeft het leven – op termijn – wel licht en maakt mijn hart (dat soms zo koud is) langzaam weer warm en warmer.

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.