<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Interview

Waarom leraren moeten investeren in een goede relatie met ouders

Selinde van Dijk-Kroesbergen 21 februari 2024
image
Foto: CDC - Unsplash

Ouders en leerkrachten hebben hetzelfde doel: ze willen het beste voor het kind. Om kinderen optimaal te ondersteunen, pleiten auteurs Ingrid van Essen en Anton Horeweg om als docenten van meet af aan te investeren in de relatie met ouders.

“Onbedoeld ontstaat er tussen ouders en leerkrachten vaak ruis omdat ze elkaar niet goed begrijpen, omdat ze in aannames denken, omdat ze te veel invullen of omdat ze onbedoeld op de stoel van de ander gaan zitten”, zegt Ingrid van Essen.

Dat komt, zo legt de auteur uit, omdat mensen al hun persoonlijke ervaringen meenemen in de ontmoeting met de ander. Als leerkrachten zich daar niet bewust van zijn, kan het in de relatie met ouders fout gaan. Bij ouders ontstaat dan het idee dat de school het kind niet begrijpt; ze voelen zich niet gehoord en gezien.

“Tachtig procent van de communicatie gaat overigens wel goed. Maar wanneer ouders en school niet op een lijn zitten – vaak bij slechtnieuwsgesprekken – wil het nogal eens botsen.”

Met het boek In gesprek met ouders. Een positieve relatie tussen school en thuis proberen de schrijvers inzicht te geven in wat er verkeerd kan gaan in de communicatie en hoe leerkrachten daar hun verantwoordelijkheid in kunnen nemen. We gaan erover in gesprek met Ingrid van Essen.

Waarom is het belangrijk dat leerkrachten en ouders een goede relatie met elkaar hebben?

“Vaak wordt er pas bij ouders aan de bel getrokken als er een probleem is. Maar als er geen relatie is opgebouwd in tijden van vrede, ontbreekt het aan een vertrouwensband. Wantrouwen ligt dan al snel op de loer. Mensen nemen namelijk makkelijker dingen aan van iemand die ze al kennen en vertrouwen. Als een leerkracht aan ouders met wie hij voorheen nauwelijks contact had over een probleem vertelt, is de reactie vaak iets in de trant van: ‘daar kom je nu mee’.

Een andere veelvoorkomende frustratie gaat over autonomie. In de hectiek van de dag vergeten leerkrachten ouders soms mee te nemen in het proces. Ze delen ouders bijvoorbeeld achteraf pas mee dat ze een kind voor faalangsttraining hebben opgegeven. Dat veroorzaakt dan spanning.

Uiteindelijk willen ouders en leerkrachten allebei het beste voor het kind. Alleen voor de manier waarop heb je een relatie nodig.”

Steeds meer ouders werken allebei. Ook worden mensen vaker op latere leeftijd ouders, waardoor ze er naast de zorg voor hun kinderen ook nog de zorg voor hun eigen ouders bij krijgen. Hierdoor lijken steeds minder ouders tijd te hebben om in de school van de kinderen te investeren. Waarom zouden ze hier toch tijd voor vrij moeten maken?  Wat brengt het een kind als die relatie goed is?

“Ik denk dat dat een verplichting van het ouderschap is. Een groot gedeelte van de tijd brengt je kind op school door. Dan wil je als ouders weten hoe het op school gaat. Ik ben altijd heel blij als een leerkracht zegt dat hij iets in de klas zag gebeuren en me vervolgens vraagt of ik dat thuis ook herken. Dan is er sprake van een samenwerking. Steeds meer onderzoek wijst ook uit hoe belangrijk een goede samenwerking tussen ouders, school en kind is.”

Ontstaat er tussen school en ouders veel discussie over bepaalde religieuze onderwerpen – bijvoorbeeld seksuele voorlichting of Paarse Vrijdag?

“Ik herken het persoonlijk niet. Leerkrachten hebben het meer over ‘lastige hoogopgeleide ouders, bemoeizuchtige ouders’ of bijvoorbeeld over ouders die slecht bereikbaar zijn. In alle gevallen raad ik aan het gesprek met elkaar aan te gaan. Paarse Vrijdag is bijvoorbeeld geen verplichte activiteit. Het kind is vrij om al dan niet mee te doen. Ik kan me wel voorstellen dat een leerkracht uit gezonde nieuwsgierigheid vraagt waarom een kind er niet aan mee wil doen.

Met seksuele voorlichting ligt dat iets anders, omdat het een verplicht lesonderdeel op scholen is. Maar ook hier zou ik met elkaar over in gesprek gaan. Vaak ligt er bij ouders angst aan ten grondslag: ‘Gaat mijn kind nu dingen horen waar het nog helemaal niet aan toe is?’ Of: ‘Wordt mijn kind nu aangemoedigd om seks te hebben?’ Een leerkracht kan heel duidelijk aangeven dat het hoort bij het curriculum van de school, maar tegelijkertijd transparant zijn over de lesstof en de ouder daardoor geruststellen.

“Om zichzelf in deze wereld te kunnen redden, hebben kinderen verschillende volwassenen nodig voor hun opvoeding”

Scholen kunnen veel spanning voorkomen door over dit soort onderwerpen ouders al te informeren op het moment dat die een schoolkeuze moeten maken. Wanneer ouders komen kijken, kan de school al aangeven dat er met Lentekriebels gewerkt wordt en wat dat inhoudt.

Andersom kunnen ouders hierin ook verantwoordelijkheid nemen. Ze kunnen vragen naar hoe de school met dit soort onderwerpen omgaat, maar ook hoe ze met ouders omgaan die er een mening over hebben. Als de school dan de bereidheid toont om hierover met hen in gesprek te gaan, dan zal dat een veel betere school voor hun kind zijn dan wanneer een school reageert dat ‘dit nu eenmaal het lesprogramma is’. In de praktijk zie je overigens dat mensen die christelijke waarden aanhouden het heel belangrijk vinden ook voor christelijke scholen kiezen.”

Het boek schetst het beeld dat ouders vaak geen hoge pet van leerkrachten op hebben en docenten vaak de indruk hebben dat ouders hun kinderen niet goed kennen. Hoe komt het dat het beeld van elkaar zo negatief is?

“Zo is de huidige cultuur in Nederland. In de jaren vijftig hadden de pastoor, de burgemeester, de dokter en de leerkracht nog een zeker aanzien. In veel Aziatische culturen zie je dat nog steeds. Bij ons heeft de leraar die status niet meer. Wij hebben steeds meer relaties op basis van gelijkwaardigheid. Ondertussen zijn de ouders veel kritischer dan vroeger en hebben ze meer invloed in het onderwijs gekregen. Daarnaast is de school ook mede-opvoeder en heeft het dus een pedagogische opdracht.”

Is een school niet te veel mede-opvoeder in plaats van plek om te leren?

“De wereld is ingewikkelder geworden, zo ook de gedragingen van leerlingen. De kinderen nemen de wereld en hun thuis mee naar school. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat een leerkracht zich dat realiseert. Om zichzelf in deze wereld te kunnen redden, hebben kinderen verschillende volwassenen nodig voor hun opvoeding. Niet voor niets is er dat prachtige gezegde: it takes a village to raise a child. De leerkracht hoort daarbij.

De pedagogische taak van de school is om een veilige omgeving te creëren waarin een kind zich optimaal kan ontwikkelen op zowel sociaal-emotioneel als cognitief gebied. Hoe meer de leerkracht de ouder kent, hoe meer hij begrijpt waar bepaald gedrag vandaan komt en hoe meer hij er voor het kind kan zijn.”

Is dit niet te veel gevraagd voor sommige leerkrachten?

“Heel eerlijk: voor mij gaat het hier om de menselijke maat, om naastenliefde. Ergens vind ik het mijn morele taak dat ik weet hoe het met mijn leerling gaat. En daar heb ik de ouder bij nodig.”

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het Instituut voor Huwelijk, Gezin en Opvoeding. Zie ihgo.nl.

Ingrid van Essen en Anton Horeweg, In gesprek met ouders. Een positieve relatie tussen school en thuis. Uitgeverij: Lannoo Campus, € 29,99, ISBN 9789401492775

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.