<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Microscopisch beeld van een hoofdluis. Beeld: Wikimedia Commons
Cultuur

Wetenschap en geloof: De ‘almagtigen vinger Gods’ in de anatomie van een luis

Anton de Wit 17 april 2024

Zijn rede en religie onverzoenbare tegenpolen? Die aloude vraag wordt in de tentoonstelling De schepping van de wetenschap in Utrecht met twee aparte brillen op beantwoord. Maar er sneuvelen gaandeweg heel wat clichés.

Wie de tijdelijke tentoonstelling in Museum Catharijneconvent betreedt, ziet allereerst een reusachtige achttiende-eeuwse spiegeltelescoop staan. Het gevaarte nodigt uit om er met kinderlijke nieuwsgierigheid in te turen, maar helaas: de bezoeker kan er niet bij, en dan nog, de telescoop kijkt uit op een blinde muur.

Twee brillen

Wie zich teleurgesteld omkeert, ziet dat hij het eigenlijke startpunt van de expositie in al zijn enthousiasme voorbijgelopen is. Dat is namelijk een niet zo heel bijzonder schilderij van de ‘ongelovige’ Thomas die de wond van Christus betast; een welbekend grondmotief van de scepsis, eerst zien en dan geloven…

Bewust of onbewust – ik durf het niet met zekerheid te zeggen – wordt de bezoeker zo bij het begin van ‘De schepping van de wetenschap’ twee verhaallijnen aangereikt – twee brillen, zo je wil – om de tentoonstelling (en trouwens de hele werkelijkheid) mee te bekijken.

Dominant narratief

De eerste is die van de twijfelende Thomas, die we gerust het dominante narratief over religie en wetenschap in onze tijd mogen noemen. Kort gezegd: geloven staat haaks op de wetenschap. Want wetenschap begint bij twijfel. Bij scepsis. Bij nu juist niet geloven wat iedereen gelooft, maar zelf op onderzoek uitgaan. Zelf willen zien en betasten. Oude vastgeroeste zekerheden ontkrachten. Op basis van tastbare gegevens tot harde conclusies komen. Enzovoort.

“Het cliché van een ‘anti-wetenschappelijke’ religie gaat finaal aan diggelen in deze tentoonstelling”

Het moderne atheïsme heeft een sterke voorkeur voor deze manier van kijken. Geloven staat in die lezing gelijk aan: wegkijken, de ogen sluiten voor de harde werkelijkheid, krampachtig vasthouden aan kinderlijke fabeltjes, principieel vijandig staan tegenover nieuwe ontdekkingen die je wereldbeeld kunnen doen kantelen.

Kinderlijke vreugde

Maar het tweede narratief dat wordt aangereikt, is dat van die oude spiegeltelescoop. Die vertelt een heel ander verhaal: wetenschap begint helemaal niet bij scepsis of ontkenning, maar juist bij verwondering. Bij nieuwsgierigheid. Bij die kinderlijke vreugde die je kunt voelen als je met nieuwe ogen tuurt naar een mierenkolonie in je achtertuin of het uitspansel van sterren in de nacht.

image
Priester en astronoom Giuseppe Lais in de Vaticaanse sterrenwacht. Foto: Museo della Specola Vaticana

Dat is een vreugde die nu net heel dichtbij de religieuze intuïtie staat: een ontzag voor wat ons te boven gaat, een diepe dankbaarheid voor de veelkleurigheid van de schepping, een zin voor het eindeloze mysterie van het bestaan, een dorst om te begrijpen. “Dat is een raadsel, dus ik wil het niet ontrafelen”, zei geen enkele wetenschapper, maar ook geen enkele gelovige ooit.

Stuwende kracht

Hoewel er in deze tentoonstelling veelvuldig geknipoogd wordt naar de eerste manier van kijken, is het toch vooral die tweede manier die in alles gelijk krijgt. Wie nog dacht dat de wetenschap zich pas begon te ontwikkelen toen Kerk en godsdienst aan kracht begonnen in te boeten, wordt kundig de les gelezen. Het bestuderen van de sterren boven ons en de wereld rondom ons is zo oud als de mensheid, zit in alle tijden en culturen verweven.

Het christendom is daar een belangrijke stuwende kracht in geweest; van de wetenschappelijke centra die kloosters in de middeleeuwen waren tot de natuurvorsende missionarissen van de moderniteit.

Misvattingen

Vroegchristelijke denkers als Augustinus en Antonius Abt spraken al van het ‘Boek der Natuur’ dat naast de Bijbel getuigt van Gods almacht. In de vroegmoderne tijd vinden we vergelijkbare denkbeelden bij biologen als Jan Swammerdam (1637-1680), die ernstig meende in de anatomie van een enkele luis “den almagtigen vinger Gods” te herkennen.

image
De Zwitserse paleontoloog Johann Jacob Scheucher zag dit fossiel van een reuzensalamander aan voor de resten van een mens die bij de oudtestamentische zondvloed is verdronken. Foto: Teylers Museum

Natuurlijk ging dat ook gepaard met misvattingen, onjuiste conclusies, ontoereikende begrippenkaders. Maar wat dan nog? Welbeschouwd is het tamelijk onzinnig om oude culturen erom uit te lachen dat hun kennis over de sterren en planeten ontoereikend was. Zinvoller en eerlijker is om ons erover te verbazen hoeveel ze wél wisten.

Evengoed is het al te gemakkelijk om je vrolijk te maken over bijvoorbeeld het feit dat de Zwitserse paleontoloog Johann Jacob Scheucher (1672-1733) een fossiel van een reuzensalamander aanzag voor een bij de zondvloed gestorven mens. Hij plaatste eenvoudigweg een raadselachtige vondst in een hem bekend referentiekader; maar hielp datzelfde kader daarmee uiteindelijk wel te verruimen en overstijgen.

Legitieme scepsis

Het cliché van een ‘anti-wetenschappelijke’ religie gaat kortom finaal aan diggelen in deze tentoonstelling. Maar bestond er dan bij tijd en wijlen geen kerkelijke weerstand tegen bepaalde wetenschappelijke denkbeelden? Natuurlijk wel, maar dat moeten we juist ook begrijpen als het aan twee kanten snijdende mes van de scepsis die het atheïstische wereldbeeld zo bejubelt.

Dingen niet zomaar voor waar aannemen, geldt immers ook voor de wetenschap zelf – en dat is maar goed ook. Waarom zouden we het raar vinden dat er scepsis bestond richting de evolutietheorie van Darwin, terwijl we het wel volkomen logisch vinden dat er scepsis bestond richting de toch ook wetenschappelijk beargumenteerde rassentheorieën van de Duitse darwinist Ernst Haeckel?

Redelijke religie

De verwondering komt steeds eerst, de nieuwsgierigheid gaat voorop; de scepsis komt daarna, mag ook haar rechtmatige plek innemen. Eerst de vreugde van de telescoop, dan de twijfel van Thomas – en ten slotte een redelijke religie die de perspectieven kan verenigen.

De tentoonstelling ‘De schepping van de wetenschap’ is nog t/m 2 juni te zien in Museum Catharijneconvent in Utrecht. Meer informatie: www.catharijneconvent.nl.

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.