Erik Varden mag in verschillende opzichten een opvallende nieuwe bisschop genoemd worden. Zaterdag ontvangt de Noorse trappist de wijding.
Varden, sinds 2015 abt van de Sint-Bernardusabdij in het Engelse Leicestershire, geniet enige bekendheid als auteur van geestelijke boeken. De 46-jarige monnik ontvangt de bisschopswijding in de St.-Olavkathedraal van Trondheim, waar hij ook zal zetelen.
Hij werd vorig jaar door paus Franciscus benoemd in deze zogeheten ‘territoriale prelatuur’, een kerkelijke structuur die grondgebied omvat dat niet onder een ‘echt’ bisdom valt. De prelatuur van Trondheim wachtte al elf jaar op een nieuwe bisschop.
Dat er een Noor op de zetel van Trondheim zit, was sinds de Reformatie niet meer voorgekomen. Het land werd destijds in overweldigende meerderheid luthers. De latere katholieke bisschoppen die Varden in Centraal-Noorwegen voorgingen, kwamen uit Duitsland.
Dat is niet het enige dat Vardens wijding bijzonder maakt: hij behoort tot de trappisten, een orde van contemplatieve monniken die maar zeer zelden bisschop worden.
Opvallend genoeg is de Noor de tweede trappist in korte tijd die bisschop wordt gewijd. Begin dit jaar ging Lode Van Hecke hem voor. De abt van de abdij van Orval werd vorig jaar door de paus benoemd tot bisschop van Gent.
“Het was niet alleen zo dat ik wilde geloven. Ik wist ook dat het waar was. Op dat moment veranderde mijn bewustzijn”
- Mgr. Erik Varden
Met zijn 46 jaar is Erik Varden ook nog eens een van de jongste bisschoppen ter wereld. Daarnaar gevraagd, noemt hij leeftijd in een interview met Catholic News Agency met een kwinkslag “een relatieve aandoening. De tijd rekent er onverbiddelijk mee af”.
De nieuwe bisschop wordt verantwoordelijk voor een uitgestrekt gebied waar naar schatting 15.000 katholieken wonen, die hem “warm en vriendelijk” ontvingen.
Het aantal katholieken mag klein zijn, het groeide de afgelopen jaren net als in de rest van Noorwegen flink, vooral door arbeidsmigratie. Vanwege de groei kreeg Trondheim in 2016 een nieuwe, grotere kathedraal.
“Het Noorse katholicisme is bijzonder internationaal en intercultureel”, zegt Varden. “Het is een paradox, een schitterende paradox, dat je zo’n katholiciteit ontmoet in de extreme diaspora. Het is een uitdaging voor ons allen om deze groei vrucht te doen dragen in eenheid, naastenliefde en heiligheid.”
Erik Varden werd geboren in een luthers gezin, maar, zo schrijft hij in zijn boek De eenzaamheid doorbroken: “Het geloof zei me niets. Ik zag het christendom als wensdenken, als een wegvluchten voor het drama waarmee ik worstelde.”
Die worsteling met onder meer de vraag naar het lijden in de wereld, brengt hem er uiteindelijk toe het geloof alsnog te omarmen: “Het was niet alleen zo dat ik wilde geloven. Ik wist ook dat het waar was. Het klinkt als een cliché, maar op dat moment veranderde mijn bewustzijn. Dat gevoel ben ik nooit kwijtgeraakt.”
Op zijn negentiende omarmt hij ook de Kerk: hij wordt katholiek, treedt in Engeland in en wordt in 2011 priester gewijd. Zijn medemonniken kiezen hem in 2015 als abt.
“De contemplatieve traditie heeft de Kerk als geheel veel te bieden”
- Mgr. Erik Varden
Varden publiceerde over de monastieke spiritualiteit en is muzikaal geschoold, onder meer in het gregoriaans. Tegen CNA zegt hij er “diep van overtuigd” te zijn “dat de contemplatieve traditie de Kerk als geheel veel te bieden heeft”.
“Contemplatief zijn betekent onverschrokken streven om van wat verdeeld is, naar wat heel is over te gaan. Sint-Benedictus (wiens Regel de trappisten volgen, red.) spreekt van het wijder worden van het hart dat het resultaat zal zijn als we er echt naar streven Christus’ geboden te volgen.”
Diens biograaf Gregorius de Grote beschrijft volgens Varden hoe Benedictus aan het eind van zijn leven “de hele wereld in een enkele lichtstraal zag. Dit hoge doel wijst op een vitale inspiratie voor ieder van ons”.
De aankomende bisschop is “geraakt, geïnspireerd en uitgedaagd” door paus Franciscus’ nadruk “op de vreugde van het Evangelie”. Dat is “geen oppervlakkig gevoel, maar een existentieel antwoord op een immense, onverdiende en steeds weer verrassende gave”.
“Wie in staat is tot zulke vreugde is zich bewust van zijn armoede en behoeftigheid; hij heeft een kwetsbaar en open hart, dat verlangt naar eenheid, want vreugde schreeuwt erom gedeeld te worden, als een stroom die doorgegeven wordt, zoals de diepte het uitschreeuwt naar de diepte.”