Nu de stoffelijke resten van oud-generaal Franco weg zijn uit de Vallei der Gevallenen, wil de Spaanse regering de benedictijnen wegsturen die het monument voor de slachtoffers van de Spaanse Burgeroorlog beheren.
Volgens de krant El Diario zou de weerstand die de monniken boden aan de opgraving van Franco een belangrijke rol spelen in de kwestie. De regering zou het beheer van de abdij willen toewijzen aan een andere religieuze orde.
De katholieke persdienst Aciprensa meldt dat het aartsbisdom Madrid goedkeuring moet verlenen voor de overplaatsing. Het bisdom geeft echter aan nog niet benaderd te zijn door de regering.
De opgraving was een van de speerpunten van de socialistische regeringspartij PSOE. De benedictijnen waren tegen de opgraving in beroep gegaan. Ze beriepen zich op akkoorden tussen de Spaanse staat en de Heilige Stoel, die vastgelegd zijn in de wet. De abdij was van mening dat niet de regering, maar justitie het laatste woord had in de kwestie.
Wel gaven de monniken aan zich neer te zullen leggen bij de beslissing van het Spaanse Hooggerechtshof. Dat oordeelde in oktober na een jarenlange juridische strijd tussen de familie van Franco en de regering, dat het stoffelijk overschot van de oud-generaal overgeplaatst zou worden naar een gemeentelijke begraafplaats in Madrid, waar ook zijn vrouw begraven ligt.
De Spaanse Kerk liet kort na Franco’s opgraving weten de beslissing van het Hof te respecteren. Tegelijkertijd deden de bisschoppen een oproep om de pijnlijke kwestie niet op “partijdige en ideologische” wijze te gebruiken.
“Het mag niet dienen om wonden open te halen”, zei de woordvoerder van de Spaanse bisschoppen, doelend op de democratische overgang. Daarmee kwam een verzoeningsproces op gang waarmee geprobeerd werd om het pijnlijke verleden van de Spaanse Burgeroorlog achter zich te laten.
De plannen van de Spaanse regering passen bij de hervorming van de Wet op de Spaanse Historische Herinnering uit 2007, die de rechten van alle slachtoffers van de burgeroorlog en de daaropvolgende dictatuur erkent. De regering hoopt de nieuwe wet in maart door het congres te loodsen.
Critici van de wet vinden dat die de geschiedenis verkeerd interpreteert en de indruk wekt dat voornamelijk het Franco-regime verantwoordelijk was voor het leed tijdens en na de Spaanse Burgeroorlog.
In Spanje trad in januari een nieuwe regering aan onder leiding van Pedro Sanchez. De regering Sanchez-II is een coalitie van diens sociaal-democratische PSOE en het links-radicale Podemos. Die laatste partij staat bekend om haar antikerkelijke standpunten.
Onder de eerdere PSOE-premier Zapatero werden al het homohuwelijk gelegaliseerd en de abortuswet verregaand geliberaliseerd.
De Spaanse bisschoppen uitten al voor het tot stand komen van de nieuwe coalitie hun zorgen over de voornemens van de deelnemende partijen.
In het regeerakkoord pleiten PSOE en Podemos onder meer voor legalisering van euthanasie. Ook het in kaart brengen van onroerend goed dat de Kerk zich ten onrechte zou hebben toegeëigend staat op de agenda.