Het tiende jaar van paus Franciscus’ pontificaat stond voor een groot deel in het teken van de oorlog in Oekraïne. Ook curiehervormingen, synodaliteit en spraakmakende reizen kenmerken dit veelbewogen jaar.
In januari klaagde de paus voor het eerst publiekelijk over kniepijn, in februari liet hij al verstek gaan bij evenementen en in mei kwam hij voor het eerst in een rolstoel naar de algemene audiëntie. Een ontstoken gewrichtsband heeft paus Franciscus dit jaar veel last bezorgd, waardoor hij zelfs zijn langverwachte reis naar de Democratische Republiek Congo en Zuid-Soedan in juli moest uitstellen.
Aan het eind van het jaar liep hij meestal met een stok, maar de rolstoel was een veel voorkomend alternatief. Bij vieringen deed de paus meestal de woorddienst en de preek, terwijl een kardinaal of bisschop de Eucharistie verzorgde.
Waar de benen van de paus kracht verloren, werd zijn roep om vrede sterker, hoewel niet zonder controverse en kritiek. Kort nadat Rusland Oekraïne binnenviel, nam paus Franciscus de ongebruikelijke stap het Vaticaan te verlaten om op de Russische ambassade voor vrede te pleiten en het Vaticaan als bemiddelaar aan te bieden. Tijdens een gebedsdienst op 25 maart in de Sint-Pietersbasiliek droeg hij de Kerk, de mensheid en “Rusland en Oekraïne in het bijzonder” op aan het Onbevlekt Hart van Maria.
Maar zelfs toen miljoenen Oekraïners vluchtten en het bewijs voor Russische oorlogsmisdaden toenam, weigerde paus Franciscus Poetin publiekelijk te veroordelen. In combinatie met zijn herhaaldelijke pleidooi voor dialoog zorgde dat voor het verwijt dat de paus beide partijen de schuld van de oorlog leek te geven.
Pas in oktober zei paus Franciscus dat hij “de president van Rusland oproept de spiraal van geweld en dood te stoppen, ook omwille van zijn volk.” Tegelijkertijd deed hij een beroep op de Oekraïense president Zelensky om “open te staan” voor alle “serieuze vredesvoorstellen”.
Eind november zei de paus dan weer dat hij het niet nodig vond om namen te noemen. “Als je een gemarteld volk hebt, heb je iemand die hen martelt”, zei hij in een interview met het tijdschrift America. “Waarom noem ik Poetin niet bij naam? Omdat het niet nodig is; zijn rol is al bekend.” Daarbij benadrukte hij nogmaals dat de Heilige Stoel in de eerste plaats “vrede en begrip zoekt”.
Verder oostwaarts vormde de Chinadeal een tweede heikel thema. In oktober werd het veelbesproken en vaak bekritiseerde akkoord tussen China en het Vaticaan over de benoeming van bisschoppen die zowel voor de communistische regering als voor de paus aanvaardbaar zijn, met twee jaar verlengd.
Maar kort daarna plaatste de Chinese regering een bisschop over zonder toestemming van het Vaticaan. Dat leverde zeldzame Chinese excuses op: de regering betuigde zijn spijt dat de benoeming “niet plaatsvond in overeenstemming met de geest van dialoog tussen het Vaticaan en China”.
In augustus creëerde de paus twintig nieuwe kardinalen en vergaderde hij met het voltallige college van kardinalen over de apostolische constitutie Praedicate Evangelium, de eerste grote curiehervorming sinds 1988. In juni werd dat document na jarenlange voorbereiding van kracht.
Het document snoeide de wildgroei aan congregaties, dicasterieën en pontificale raden met een groot aantal fusies. Maar Praedicate Evangelium benadrukte vooral dat de Romeinse Curie een dienstverlenend systeem is, bedoeld om de paus en de bisschoppen te ondersteunen bij het bevorderen van de Kerk als een missionerende gemeenschap, die het Evangelie deelt en zorgt voor mensen in nood.
Lang in de maak was de reis van paus Franciscus naar Canada. Die stond in het teken van excuses aan de inheemse gemeenschap voor de manier waarop katholieke kostscholen hebben bijgedragen aan hun lijden en aan de onderdrukking van inheemse cultuurelementen.
De pauselijke excuses waren een reactie op de aanbeveling die de Canadese Waarheids- en Verzoeningscommissie in 2015 deed. Vertegenwoordigers van drie inheemse volkeren kwamen in maart en april naar het Vaticaan om met de paus de verhalen van de kostschoolslachtoffers te delen en te vertellen over het generatieoverstijgende trauma dat het misbruik heeft veroorzaakt.
“De effecten van het beleid waren catastrofaal”, zei de paus in Canada. “Wat ons christelijk geloof ons vertelt is dat dit een rampzalige fout was, onverenigbaar met het Evangelie van Jezus Christus.”
Paus Franciscus heeft in 2022 nog drie andere buitenlandse reizen gemaakt: die naar Malta stond in het teken van migranten, terwijl zijn reizen naar Kazachstan en Bahrein om interreligieuze dialoog en de bevordering van menselijke broederschap draaiden.
Het hele jaar door bleef de paus spreken over de noodzaak voor de Kerk om synodaliteit te omarmen. Luisteren naar de Heilige Geest en naar andere leden van de Kerk staan daarin centraal, evenals het benutten van de gaven die eenieder heeft ontvangen.
Paus Franciscus zei dat hij het synodaliteitsproces niet wil overhaasten: daarom kondigde hij in oktober aan dat de bisschoppensynode in twee sessies zou samenkomen, zowel in oktober 2023 als in 2024.